Verschil tussen 'stek' en 'plant' in opkweekovereenkomst

11-04-2023 Print this page
IEPT20230315, Rb Oost-Brabant, Fortaplant

Partijen exploiteren allebei een kwekerij. De vordering betreft de overeengekomen vergoeding die gedaagde aan Fortaplant moest betalen voor het opkweken van frambozen- en aardbeienplanten in het teeltseizoen 2021. Er is sprake van (wisselend) gebruik van de termen 'stek' en 'plant' in de overeenkomst en communicatie. Er is discussie over of er een vergoeding per afgeleverde plant of per goedgekeurde plant moest worden betaald. De betaalgrondslag is 'per afgeleverde plant'. Gedaagde heeft niet tijdig of voldoende onderbouwd geklaagd volgens de AV Plantum. Vordering van Fortaplant wordt toegewezen.

KWEKERSRECHT - LASTGEVING

Fortaplant wijst er daarvoor op dat in artikel 8 van de overeenkomst voor 2021 tot en met 2023 de stukprijs is vermeld “per afgeleverde stek” en niet zoals in voorgaande jaren “per afgeleverde plant”. Fortaplant wijst op de taalkundige betekenis van het woord stek.

 

Een geobjectiveerde norm geldt onder meer voor een commerciële overeenkomst die tussen twee professionele partijen is gesloten. Daarbij geldt als uitgangspunt dat groot gewicht moet worden toegekend aan de meest voor de hand liggende taalkundige betekenis van de gebruikte woorden. Deze geobjectiveerde norm leidt echter niet tot een louter taalkundige uitleg. Bij de uitleg moet ook worden gelet op de formuleringen die in andere bepalingen zijn gebruikt. 

Beide partijen zijn niet consequent geweest in het gebruik van de begrippen stek en plant. 

 

De rechtbank concludeert dat Fortaplant de stukprijs van 16 cent niet mocht berekenen over het aantal van 7.783.445 gestoken frambozenstekken, maar hooguit over het aantal van 6.509.058 frambozenplanten dat Fortaplant bij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft afgeleverd.


Stukprijs per afgeleverde plant of per goedgekeurde plant?
Uit de Algemene Voorwaarden van Plantum volgt dat er een klacht moet zijn ingedien. Volgens de klachtenregeling van artikel 10 APV had gedaagde na het sorteren van elk van de tien vrachtwagenladingen steeds binnen twee dagen aan Fortaplant moeten opgeven hoeveel planten zij had afgekeurd en om welke reden. Dat heeft ze nagelaten. 

 

De rechtbank concludeert dat gedaagde de contractuele vergoeding van 16 cent moet betalen voor alle 6.509.058 frambozenplanten die Fortaplant bij hem heeft afgeleverd. Fortaplant heeft berekend dat dit uitkomt op € 1.041.449,20, waarvan na aftrek van het al gefactureerde bedrag van € 850.000, een bedrag van € 191.449,20 excl. BTW resteert dat

gedaagde te weinig heeft betaald en daarom in elk geval aan Fortaplant moet betalen.

 

Gedaagde wordt veroordeeld om €246.722,28 aan Fortaplant te betalen.

 

ECLI:NL:RBOBR:2023:1000