Geen negatieve verslaggeving over misstanden chaletpark, ook niet na verkoop chalet
18-08-2023 Print this pageUitleg overeenkomst. Vrijheid van meningsuiting. Partijen hebben een vaststellingsovereenkomst gesloten waarin onder meer een geheimhoudingsbeding is opgenomen. Appellante betoogt dat het geheimhoudingsbeding niet langer geldt en dat de bepaling onverbindend is wegens strijd met haar recht op vrije meningsuiting. Naar het oordeel van het hof moet het geheimhoudingsbeding zo worden uitgelegd dat de bepaling nog altijd tussen partijen geldt. De afspraak levert ook geen ontoelaatbare inbreuk op het recht van vrije meningsuiting op.
PUBLICATIE - VASTSTELLINGSOVEREENKOMST
Appellante heeft jarenlang aan mede-parkbewoners per e-mail een bulletin gestuurd waarin zij verslag deed van wat zij zag als misstanden op het chaletpark. Geïntimeerde exploiteerd het vakantiepark. Appellante heeft zich negatief uitgelaten en partijen hebben een vaststellingsovereenkomst. Appellant voert aan dat het verbod op het doen van de in artikel 4 bedoelde negatieve uitlatingen slechts gold totdat haar chalet aan [geïntimeerde] was geleverd en verder niet in tijd is beperkt.
Appellante komt in hoger beroep van een kortgedingvonnis waarbij zij is veroordeeld om artikel 4 van een gesloten vaststellingsovereenkomst na te komen en aan haar een verbod is opgelegd om zich negatief uit te l aten over geïntimeerde.
Zij betoogt onder meer dat artikel 4 van de vaststellingsovereenkomst niet meer geldt en in strijd is met haar recht op vrije meningsuiting. De grieven van [appellante] slagen voor zover de voorzieningenrechter [appellante] heeft veroordeeld tot meer dan nakoming van artikel 4 van de vaststellingsovereenkomst.
Naar het voorlopige oordeel van het hof moet artikel 4 van de vaststellingsovereenkomst zo worden uitgelegd dat deze bepaling nog altijd tussen partijen geldt. De afspraak levert geen ontoelaatbare inbreuk op het recht van vrije meningsuiting op.