HvJ EU over livestreaming en opname door online-video-opnames of herhalingsfunctie

18-07-2023 Print this page
IEPT20230713, HvJ EU, Ocilion v Seven.One

Een dienst die aan commerciële klanten wordt aangeboden door een exploitant op het gebied van online doorgifte van tv-uitzendingen en die het mogelijk maakt dat deze uitzendingen via een cloudoplossing of aan de hand van de benodigde on‑premises-hardware en -software op initiatief van de eindgebruikers van die dienst continu of ad hoc worden opgenomen, valt niet onder de uitzondering op het reproductierecht van de auteursrechthebbenden. Enkel wanneer de kopie die is gemaakt door de eerste gebruiker die een uitzending heeft geselecteerd, door de exploitant ter beschikking wordt gesteld van een onbepaald aantal gebruikers die dezelfde inhoud willen bekijken. Bij gebreke van enige band tussen de aanbieder van de benodigde hard- en software en de eindgebruikers is er geen sprake van een mededelingshandeling. Enkel wanneer een exploitant op het gebied van online doorgifte van tv-uitzendingen zijn commerciële klant de benodigde hard- en software – met inbegrip van technische ondersteuning – verstrekt die deze commerciële klant in staat stelt zijn eigen klanten uitgestelde toegang tot online tv-uitzendingen te bieden, ook al weet hij dat zijn dienst kan worden gebruikt om toegang te verkrijgen tot beschermde programma-inhoud zonder toestemming van de auteurs ervan. 

 

AUTEURSRECHT 


Zaak C-426/21 Ocilion v Seven.One: Verzoeksters hebben geen toestemming gegeven voor doorgifte van hun programma’s via internetstreaming. Ze hebben verzocht livestreaming en opname door online-video-opnames of herhalingsfunctie zonder hun toestemming te verbieden, via cloud-oplossing dan wel on-premises-oplossing.

 

Gestelde vragen (MinBuza C-426/21):

 

1. Is een nationale bepaling verenigbaar met het Unierecht wanneer zij op grond van artikel 5, lid 2, onder b), van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB 2001, L 167, blz. 10) het gebruik van een door een commerciële aanbieder beschikbaar gestelde online-videorecorder toestaat die

a)         door toepassing van de deduplicatietechniek niet van elke opname die door een gebruiker wordt geïnitieerd een afzonderlijke kopie van de geprogrammeerde programma-inhoud maakt, maar wanneer de betrokken inhoud reeds is opgeslagen op initiatief van een gebruiker die deze inhoud als eerste heeft opgenomen, louter – ter vermijding van redundante gegevens – een referentie aanbrengt waardoor de volgende gebruiker toegang kan krijgen tot de reeds opgeslagen inhoud;

b)         is voorzien van een herhalingsfunctie door middel waarvan het volledige programma-aanbod van alle gekozen tv-zenders de klok rond wordt opgenomen en gedurende zeven dagen op afroep beschikbaar wordt gesteld, voor zover de gebruiker daartoe in het menu van de online-videorecorder eenmalig het vakje bij de gewenste zenders aanklikt, en

c)         de gebruiker (ofwel ingebed in een cloud-dienst van de aanbieder ofwel in het kader van de door de aanbieder beschikbaar gestelde on premises IPTVtotaaloplossing) ook toegang verschaft tot beschermde programma-inhoud zonder toestemming van de rechthebbenden?

2. Moet het begrip „mededeling [...] aan het publiek” in artikel 3, lid 1, van [richtlijn 2001/29] aldus worden uitgelegd dat een dergelijke mededeling wordt gedaan door een commerciële aanbieder van een (on premises) IPTVtotaaloplossing in het kader waarvan hij, naast soft- en hardware voor de ontvangst van tv-programma’s via het internet, ook technische ondersteuning biedt en de dienst voortdurend aanpast, met dien verstande dat de dienst geheel op de infrastructuur van de klant wordt uitgevoerd, waarbij aan de gebruiker niet alleen programma-inhoud beschikbaar wordt gesteld met het online-gebruik waarvan de betrokken rechthebbenden hebben ingestemd, maar ook beschermde inhoud waarvoor die toestemming niet is verkregen, en de aanbieder

a)         invloed kan uitoefenen op de tv-programma’s die door de eindgebruikers via de dienst kunnen worden ontvangen,

b)         weet dat zijn dienst ook de ontvangst van beschermde programma-inhoud mogelijk maakt zonder toestemming van de rechthebbenden, doch

c)         geen reclame maakt voor deze mogelijkheid tot ongeoorloofd gebruik van zijn dienst – wat een belangrijke stimulans zou zijn voor de aankoop van het product –, maar zijn klanten er integendeel bij het sluiten van de overeenkomst op wijst dat zij de rechten op eigen verantwoordelijkheid moeten zien te verkrijgen, en

d)         door zijn activiteit geen bijzondere toegang biedt tot programma-inhoud die zonder zijn toedoen niet of slechts moeilijk kan worden ontvangen?

 

Antwoord HvJEU:

1)      Artikel 2 en artikel 5, lid 2, onder b), van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij moeten aldus worden uitgelegd dat een dienst die aan commerciële klanten wordt aangeboden door een exploitant op het gebied van online doorgifte van tv-uitzendingen en die het mogelijk maakt dat deze uitzendingen via een cloudoplossing of aan de hand van de benodigde on-premises-hardware en -software op initiatief van de eindgebruikers van die dienst continu of ad hoc worden opgenomen, niet valt onder de uitzondering op het uitsluitende recht van auteurs en omroeporganisaties om de reproductie van beschermde werken toe te staan of te verbieden, wanneer de kopie die is gemaakt door de eerste gebruiker die een uitzending heeft geselecteerd, door de exploitant ter beschikking wordt gesteld van een onbepaald aantal gebruikers die dezelfde inhoud willen bekijken.

2)      Artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29 moet aldus worden uitgelegd dat er geen sprake is van een „mededeling aan het publiek” in de zin van deze bepaling wanneer een exploitant op het gebied van online doorgifte van tv‑uitzendingen zijn commerciële klant de benodigde hard- en software – met inbegrip van technische ondersteuning – verstrekt die deze commerciële klant in staat stelt zijn eigen klanten uitgestelde toegang tot online tv-uitzendingen te bieden, ook al weet hij dat zijn dienst kan worden gebruikt om toegang te verkrijgen tot beschermde programma-inhoud zonder toestemming van de auteurs ervan.

 

IEPT20230713, HvJ EU, Ocilion v Seven.One


ECLI:EU:C:2023:564 en zaak C‑426/21