Geen misleidende mededeling voor de maatman-investeerder

28-07-2023 Print this page
IEPT20230715, Rb Rotterdam, Credion

Schets financieringsopzet in aan de investeerder verstrekt memorandum is geen misleidend mededeling ex art. 6:194 BW omdat niet aannemelijk is dat maatman investeerder bij uiteindelijke beslissing daarop zou afgaan. Geen schending zorgplicht van de in opdracht van de contractuele wederpartij optredende bemiddelaar.

MISLEIDENDE RECLAME
 

Dit geschil gaat over de vraag of Credion, die heeft bemiddeld maar niet in opdracht van eiser, aansprakelijk is voor de schade die eiser lijdt als gevolg van het niet terugbetaald worden van de door haar aan de inmiddels failliete Benefitgroep en CDF verstrekte leningen.


Eiser beroept zich op die aansprakelijkheid en stelt daarvoor twee gronden. De eerste grond is – kort samengevat – dat het memorandum een openbaar gemaakte misleidende mededeling is (artikel 6:194 lid 1 BW). De tweede grond is – kort samengevat – dat Credion onrechtmatig jegens eiser heeft gehandeld door jegens haar niet de zorgvuldigheid in acht te nemen die van een financieel adviseur mag worden verwacht (art. 6:162 BW). Het vermogen zou voorzichtig belegd worden. Daarom zou eiser zonder die misleidende prospectus of dat onrechtmatig handelen de leningen niet hebben verstrekt en moet haar schade worden begroot op € 600.000.

 

Voor de kwalificatie van een onjuiste of onvolledige mededeling als misleidend in de zin van art. 6:194 BW is vereist dat de onjuistheid of onvolledigheid van de mededeling van voldoende materieel belang is om de ‘maatman’ te kunnen misleiden. De in het memorandum opgenomen schets van de financieringsopzet is daarom niet misleidend.

 

Het memorandum bevat ook geen misleidende mededelingen over het risicoprofiel van de investering. In het memorandum staat niet dat dit risicoprofiel laag is maar dat “ de exploitatie van het wagenpark een laag risicoprofiel kent” . Die mededeling is in de daaropvolgende zinnen gemotiveerd en [eisende partij01] stelt niet dat die motivering niet klopt. Verder valt niet te verwachten is dat een ‘maatman-investeerder’ die zich in het memorandum verdiept uit die mededeling zal afleiden dat het risicoprofiel van de investering laag is. In het memorandum stond namelijk ook dat er een ‘risicokapitaal investeerder’ respectievelijk ‘durfinvesteerder’ werd gezocht. Bovendien weerspreekt eiser niet dat er het jaar 2020 sprake was van negatieve (spaar)rentes bij banken. Een lening met een laag risicoprofiel paste daarom niet bij de in het memorandum genoemde rente van 8% tot 10% en dat is kennis die van een ‘maatman-investeerder’ mag worden verwacht.

ECLI:NL:RBROT:2023:5936