Hof: Publicatie is toch niet onrechtmatig, rectificatie alsnog afgewezen

05-09-2023 Print this page
IEPT20230718, Hof Amsterdam, Hearst

Publicatie artikel niet onrechtmatig, door rechtbank toegewezen vordering tot plaatsen rectificatie alsnog afgewezen: als publieke figuur moet [geïntimeerde 1] zich in het publieke debat dat over hem en zijn onderneming wordt gevoerd meer laten welgevallen dan een gemiddelde burger. Niet wordt feitelijk beweerd dat er geen of slechts een handvol motorfietsen zouden zijn. Het beeld dat in het artikel van [geintimeerde 2] is geschetst komt voor rekening van [geïntimeerden].

PUBLICATIE & PRIVACY

 

Hearst geeft onder meer het maandblad Quote uit. In Quote en via het gelijknamige internetplatform publiceert zij artikelen over ondernemerschap. Geïntimeerde is ondernemer en bekend van faillietverklaarde Sabon en een gefailleerde groothandel in speelgoed. Tweede geïntimeerde heeft een netwerk van elektrische motorfietsen in Afrika opgezet dat is gefinancieerd middels cryptocurrency. Journalisten van Quote de onderneming en de plannen van [geïntimeerden] onderzocht. De voorzieningenrechter heeft Hearst bevolen om in de eerstvolgende schriftelijke uitgave van het maandblad Quote een rectificatie te plaatsen. 

 

Het hof komt tot het voorlopige oordeel dat voornoemde passages in het artikel niet zijn aan te merken als een lichtvaardige verdachtmaking of anderszins onrechtmatig zijn. Daarin weegt het hof mee dat deze passages voor de lezer kunnen impliceren dat het niet verstandig is te investeren in de [coin] , terwijl niet uitgesloten kon worden dat het door [geïntimeerden] zelf gepresenteerde beeld over [geïntimeerde 2] toch correct is. Gezien het voorgaande legt dit echter onvoldoende gewicht in de schaal, vooral omdat [geïntimeerden] zelf aanleiding hebben gegeven voor het ontstaan respectievelijk voortbestaan van onduidelijkheid en daarmee van wantrouwen bij (potentiële) investeerders, doordat zij zich gedurende de totstandkoming van het artikel onvoldoende transparant en toetsbaar hebben opgesteld.

 

Het bestreden vonnis (IEPT20220217) wordt vernietigd en de gevorderde rectificatie wordt alsnog afgewezen.

 

IEPT20230718, Hof Amsterdam, Hearst

Zie voor eerste aanleg: IEPT20220217, Rb Amsterdam, Hearst

ECLI:NL:GHAMS:2023:1727