Liggend streepje in handelsnaam wordt niet uitgesproken

31-08-2023 Print this page
IEPT20230728, Rb Overijssel, handelsnaam -IT

Eiser voert sinds 2015 een onderneming op het gebied van informatietechnologie. Gedaagde ontwikkelt en produceert software sinds 2022. Geringe verschillen zijn het hoofdlettergebruik bij eiser en het liggend streep - dat niet wordt uitgesproken - bij de handelsnaam van gedaagde. Dat het handelsnaamonderdeel als woord moet worden uitgesproken en niet als afkorting, baat gedaagde niet. Begripsmatig stemmen de handelsnamen in grote mate overeen, omdat zij beide een woord bevatten en het als algemeen bekend mag worden aangenomen dat die afkorting staat voor informatietechnologie. Staking bevolen binnen 30 dagen.

HANDELSNAAMRECHT
 

Eiser is in 2015 opgericht en voert een onderneming op het gebied van de informatietechnologie. In 2022 heeft gedaagde zijn eenmanszaak ingeschreven en ontwikkelt, produceert software. Eiser vordert staking van de handelsnaam en de domeinnaam offline te halen. Gedaagde reageert dat de beide ondernemingen niet voldoende soortgelijk zijn om tot verwarring te leiden, dit wordt ondersteunt door verschillen in specialisaties en marktsegmenten. Vanwege anonimisering kunnen we slechts gissen naar de handelsnamen. Geringe verschillen zijn de hoofdletters bij eiser en het liggend streepje - dat niet wordt uitgesproken - bij de handelsnaam van gedaagde. Gedaagde verklaart dat de handelsnaamonderdeel ('IT') als woord moet worden uitgesproken en niet als afkorting, zoals bij eiser. 


De voorzieningenrechter is van oordeel dat de handelsnamen van partijen vrijwel identiek zijn door de in beide handelsnamen voorkomende woorden “[term]” en “[term]”. De enige geringe verschillen zijn de hoofdletters in de naam van [eiser] en het liggend streepje tussen beide woorden in de handelsnaam van [gedaagde]. Vanuit auditief oogpunt zijn de handelsnamen vrijwel geheel identiek. Hierbij gelden de geringe verschillen die gelden bij de visuele overeenstemming namelijk niet, aangezien het liggend streepje niet wordt uitgesproken. 

Ter zitting heeft [gedaagde] weliswaar verklaard dat ‘[term]’ in de door hem gevoerde handelsnaam als woord moet worden uitgesproken, en dus niet als een afkorting, zoals bij [eiser] wel het geval is, maar dat weet iemand die onbekend is met het bedrijf van [gedaagde] niet. Dit doet dus aan het voorgaande dus niet af. Vanuit auditief opzicht is de overeenstemming tussen de handelsnamen dus nog sterker dan vanuit visueel opzicht. Begripsmatig stemmen de handelsnamen ook in grote mate overeen, omdat zij beide het woord “[term]” bevatten en het als algemeen bekend mag worden aangenomen dat die afkorting staat voor informatietechnologie.

 

Ook komt de aard van de ondernemingen naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter in overwegende mate overeen. Beide partijen drijven onder hun handelsnamen namelijk ondernemingen die zich bezighouden met het leveren van diensten op het gebied van informatietechnologie aan ondernemingen. 

 

Verder staat vast dat beide partijen zich profileren op internet door middel van hun website en dat zij allebei landelijk actief zijn. Beide partijen hebben de meeste van hun klanten weliswaar in de omgeving van waar hun onderneming gevestigd is, maar gebleken is dat zij ook opdrachten aannemen van klanten buiten die regio. De beide ondernemingen van partijen zijn verder weliswaar op aanzienlijke afstand van elkaar gevestigd, maar nu vaststaat dat beide partijen landelijk actief zijn, speelt de in artikel 5 Hnw als relevante omstandigheid genoemde plaats van vestiging van de betrokken ondernemingen hier geen rol.

 

Gedaagde dient binnen 30 dagen handelsnaam te staken en website offline te halen op straffe van een dwangsom. 

 

ECLI:NL:RBOVE:2023:2999