Geen fishing expedition via 843a Rv om te kijken of app-ontwikkelaar met verouderde programmatuur werkt

23-01-2024 Print this page
IEPT20230802, Rb Oost-Brabant, EoF v gedaagde

Recensent van gastronomische gelegenheid wenst een app te ontwikkelen voor een digitale restaurantgids. De opdracht wordt beëindigd, terwijl er noch op 3 of 10 maart 2020 een fatale termijn verstreek waardoor gedaagde niet in verzuim kon raken. De bij wijze van incident ex artikel 843 a Rv gevorderde inzage in de broncode zal ook worden afgewezen. Die vordering is gegrond op de niet onderbouwde aanname dat gedaagde niet zou kunnen nakomen, omdat zij met verouderde programmatuur zou werken. Voor zo’n ‘fishing expedition’ is de in artikel 843a Rv geregelde exhibitieplicht niet bedoeld.


EXHIBITIE BEWIJSMATERIAAL

 

De DGA van EoF is recensent van gastronomische gelegenheden. Haar recensies plaatste zij voor de oprichting van de vennootschap op haar eigen website en mediakanalen. Gedaagde ontwikkelt en geeft software en websites uit. Via online indicatieprogramma heeft EoF een eerste prijsberekening aangevraagd voor bouwen van een app voor een digitale restaurantgids. Tijdens de opdracht is er discussie over de vraag wie tekort komt, gedaagde of EoF.

 

EoF stelt naar de rechtbank begrijpt dat partijen gaandeweg andere afspraken hebben gemaakt over het tijdpad naar de oplevering, waarbij eerst 6 maart 2020 en vervolgens 3 maart 2020 door EoF wordt genoemd als datum waarop de app aan de appstores zou worden aangeboden.

 

Noch op 3 maart 2020, noch op 10 maart 2020 verstreek een voor nakoming van de overeenkomst fatale termijn en [gedaagde] door het enkel verstrijken daarvan niet in verzuim raakte. Gedaagde is in dat opzicht dus niet (toerekenbaar) tekortgekomen en de buitengerechtelijke ontbinding door EoF, die enkel daarop is gegrond, heeft geen rechtsgevolg.

 

Dat de nog onvoltooide Android versie van de app voor aankoop in de Google Play Store onder 'early access' beschikbaar is gesteld - wat een open test-sectie is die niet gemakkelijk toegankelijk is. Dat is echter geen tekortkoming laat staan dat er schade uit is voortgekomen.

 

Voor zover EoF nog heeft willen betogen dat de (te ontwikkelen) app zoveel gebreken vertoonde dat [gedaagde] niet meer tijdig aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen, en zij al daarom in verzuim verkeerde, heeft zij dat gelet op de betwisting van [gedaagde] niet onderbouwd.

 

De door EoF gevorderde verklaring voor recht zal worden afgewezen. De overige vorderingen tot onder andere afgifte van de broncode eveneens zullen worden afgewezen.

 

De bij wijze van incident ex artikel 843 a Rv gevorderde inzage in de broncode zal ook worden afgewezen. Die vordering is gegrond op de niet onderbouwde aanname dat gedaagde niet zou kunnen nakomen, omdat zij met verouderde programmatuur zou werken. Voor zo’n ‘fishing expedition’ is de in artikel 843a Rv geregelde exhibitieplicht niet bedoeld.

 

De gesloten overeenkomst van opdracht is partieel ontbonden en veroordeelt EoF tot betaling van €17.865,04.

 

ECLI:NL:RBOBR:2023:4217