Incasso IE-proceskostenveroordeling is geen 'logische keerzijde' waardoor 1019h Rv van toepassing is

25-08-2023 Print this page
IEPT20230816, Rb Zeeland-West-Brabant, Notino v Silk Cosmetics

Op een zijspoor interessant: Aansprakelijkheid voormalige vennoten op grond van art. 18 Wetboek van Koophandel voor schuld van inmiddels ontbonden vof wegens proceskostenveroordeling in IE-procedure. De schuld wordt pas voldaan nadat ten laste van voormalig vennoten conservatoir beslag is gelegd. De gevorderde beslag- en proceskosten op grond van artikel 706 en 237 Rv van in totaal €16.710,45 zijn toewijsbaar, maar tot (veel) lager bedrag. 

BESLAG
 

De rechtbank Den Haag (IEPT20200610) heeft een vonnis gewezen, waarbij Silk Cosmetics is veroordeeld in de proceskosten, waaronder nakosten. De proceskosten zijn tot datum vonnis vastgesteld op € 9.992,00. De zaak betrof een inbreuk op merken en de proceskosten zijn vastgesteld met toepassing van artikel 1019h Rv (hierna: de IE-procedure). Het hof Den Haag heeft het vonnis bekrachtigd (IEPT20211019) en Silk Cosmetics in de kosten van de procedure in hoger beroep veroordeeld.

 

Omdat het hier gaat om incassoprocedure die niet kan worden aangemerkt als een schadevergoedingsprocedure die volgt op een IE-inbreukprocedure en daarvan ‘de logische keerzijde’ vormt, is de vaststelling beslag- en proceskosten niet op de voet van artikel 1019h Rv, maar op voet van 706 Rv. 

 

Kantonrechter veroordeelt gedaagden hoofdelijk om aan eiser een bedrag van €967,50 te betalen en in de proceskosten €689,33.

 

ECLI:NL:RBZWB:2023:5748