Uitvinder vraagt vernietiging 'eigen' octrooi

23-10-2023 Print this page
IEPT20230830, Rb Den Haag, Biodegradable article

Uitvinder van NL2016394 verzoekt om vernietiging van datzelfde octrooi voor een “Method for the preparation of a biodegradable article”, waar gedaagde octrooihouder van is. Geen verweer. Toewijzing vernietiging. Proceskosten volgens liquidatietarief.

OCTROOIRECHT

 

Gedaagde heeft in 2016 een octrooiaanvrage ingediend bij Octrooicentrum NL voor een “Method for the preparation of a biodegradable article”, waarop in 2017 een Nederlandse octrooi NL2016394
is verleend. In de aanvrage is naast gedaagde ook eiser vermeld en in het octrooischrift, tevens staan zij beiden als houders vermeld. In 2022 is alleen gedaagde als octrooihouder vermeld en eiser als uitvinder. 

 

In het aan het Octrooi gehechte internationale geldigheidsonderzoek, uitgevoerd door het EOB is opgenomen dat de conclusies van het Octrooi deels niet nieuw (conclusies 35 en 39), en in ieder geval niet inventief (conclusies 1-39) zijn. Met inroeping van prioriteit is Europees Octrooi aangevraagd. Eiser heeft OCNL verzocht om advies omtrent de nietigheidsgronden: conclusies 1 t/m 34 zijn vernietigbaar vanwege gebrek aan inventiviteit en 35 t/m 39 vanwege gebrek aan nieuwheid (en zijn tevens niet inventief).

 

Onder verwijzing naar advies van OCNL refereert gedaagde zich aan het oordeel van de rechtbank. Er is geen verweer gevoerd. Het Nederlands octrooi wordt vernietigd. Gedaagde dient de proceskosten van eiser, conform liquidatietarief begroot, te betalen. 

 

ECLI:NL:RBDHA:2023:12987