In de buitenechtelijke relatie geen schokkend, manipulatief of grensoverschrijdend gedrag geconcretiseerd

10-01-2024 Print this page
IEPT20230912, Hof Arnhem-Leeuwarden, appellant v de echtgenoten

[appellant] en [appellante] handelen door diverse negatieve uitlatingen onrechtmatig tegenover [de echtgenoten]: geen sprake van een misstand die aan de kaak gesteld moest worden met betrekking tot [geïntimeerde2]. Dat er een buitenechtelijke relatie tussen [geïntimeerde1] en [appellante] is geweest, staat vast, maar verder heeft [appellant] overige beschuldigingen niet feitelijk onderbouwd. Ook [appellante] heeft onrechtmatig gehandeld, nu zij geen moeite heeft gedaan om [appellant] van het sturen van deze berichten te weerhouden en de berichten actief heeft ondersteund.

 

PUBLICATIES & PRIVACY

 

Appellant heeft diverse negatieve uitlatingen verstuurd over [de echtgenoten] naar onder andere (relaties van) het familiebedrijf van [geïntimeerde1] , de Stinskerk, de Protestantse Kerk Nederland, diverse afdelingen en personen bij het CDA en de werkomgeving van [geïntimeerde2] . Daarbij heeft hij gevraagd om maatregelen te nemen tegen [geïntimeerde1] en later ook tegen [geïntimeerde2] . [appellante] heeft meermaals bevestigd dat zij achter de uitlatingen van [appellant] staat en een aantal berichten zijn ook namens haar verstuurd. [de echtgenoten] willen met name dat [appellant] en [appellante] stoppen met het benaderen van hun omgeving met dergelijke uitlatingen.

 

De rechtbank heeft de vorderingen van [de echtgenoten] voor een belangrijk deel toegewezen.

 

Het hof zal de beslissing van de rechtbank bekrachtigen en oordelen dat de uitlatingen die [appellant] heeft verspreid over [de echtgenoten] onrechtmatig zijn en dat ook [appellante] onrechtmatig heeft gehandeld door zich volledig te scharen achter het rondsturen van deze uitlatingen. Het hof zal hieronder eerst de feiten uiteenzetten en daarna toelichten hoe het tot dit oordeel komt.

 

In deze berichten schrijft [appellant] onder meer dat [geïntimeerde1] zich schuldig heeft gemaakt aan schokkend, manipulatief en sterk seksueel grensoverschrijdend gedrag met een kwetsbare vrouw, dat hij [appellante] drie jaar lang heeft gemanipuleerd, geïntimideerd en misbruik heeft gemaakt van haar labiele situatie en dat terwijl hij getrouwd was met [geïntimeerde2] .

 

Door het uiten van deze beschuldigingen en het vragen om diverse maatregelen kon [appellant] verwachten dat de gevolgen van dit bericht voor [geïntimeerde1] groot zouden zijn.


Ook de stelling dat [geïntimeerde1] ten onrechte [appellante] meermaals heeft verzocht hun relatie geheim te houden kwalificeert niet als schokkend, manipulatief of grensoverschrijdend gedrag. Het verspreiden van deze berichten onder genoemde organisaties/omgevingen en het toesturen aan derden van een intieme appconversatie tussen (op dat moment) twee verliefde personen, vormt een grote inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [geïntimeerde1] en kwalificeert ook als een verwerking van zijn persoonsgegevens in de zin van de AVG. Door [appellant] is onvoldoende onderbouwd dat hij voor die verwerking een gerechtvaardigd belang had in de zin van artikel 6 lid 1 onder f AVG dat zwaarder woog dan het belang van [geïntimeerde1] bij bescherming van zijn persoonsgegevens.

Mondeling vonnis van rechtbank wordt bekrachtigd.
 

IEPT20230912, Hof Arnhem-Leeuwarden, appellant v de echtgenoten
 

ECLI:NL:GHARL:2023:7630