Airbus wil bijna totaal spreekverbod in verband met onder rechter zijnde zwendel

10-01-2024 Print this page
IEPT20230912, Hof Arnhem-Leeuwarden, appellante v Airbus

Publieke uitingen [appellante] niet onrechtmatig jegens Airbus: niet elke uiting van een partij die afwijkt van het oordeel van de rechter in een bodemzaak over hetzelfde feitencomplex is in beginsel onrechtmatig tegenover de wederpartij. Uitingen van [appellante] betreffen waardeoordelen. Preventief uitingsverbod aan [appellante] afgewezen: Airbus heeft geen reden te vrezen dat [appellante], in geval zij van het hof Amsterdam ongelijk krijgt, toch haar beschuldigingen zal uiten.

PUBLICATIES

[appellante] is slachtoffer geweest van oplichting met ongedekte obligaties van MBB Clean Energy. Appellante is ervan overtuigd dat een aantal grote ondernemingen, waaronder Airbus, bij deze zwendel betrokken is geweest en voert een bodemprocedure tegen deze ondernemingen tot vergoeding van haar schade. Haar vorderingen zijn door de rechtbank afgewezen. In het door haar ingestelde hoger beroep is nog geen uitspraak gedaan.

 

De voorzieningenrechter heeft Airbus deels gelijk gegeven en aan [appellante] een verbod opgelegd om mededelingen te doen. Het hof is van oordeel dat het door de voorzieningenrechter opgelegde uitingsverbod te ver gaat.

 

De voorzieningenrechter heeft die afstemmingsregel toepasselijk geacht.

 

Het hof is het echter niet met de voorzieningenrechter eens dat elke uiting van een partij die afwijkt van het oordeel van de rechter in een bodemzaak over hetzelfde feitencomplex in beginsel onrechtmatig is tegenover de wederpartij. Zo mag bijvoorbeeld een partij wanneer haar over een uitspraak vragen worden gesteld zeggen het met een oordeel van een rechter niet eens te zijn en daarvoor argumenten geven.

 

De voorzieningenrechter heeft onrechtmatig geoordeeld dat [appellante] Airbus aanmerkt als onderdeel van een criminele netwerkorganisatie, omdat daarvoor onvoldoende steun in de feiten aanwezig is.

 

Hoewel de onderbouwing van haar verdenkingen dun is, is die ook niet geheel afwezig. Het hof oordeelt dat [appellante] aangeeft dat het haar mening is dat sprake is van netwerkcorruptie en dat Airbus van dat netwerk deel uitmaakt.

 

De zeer beperkte publieke uitingen die Airbus heeft aangevochten zijn naar het oordeel van het hof niet onrechtmatig tegenover Airbus en rechtvaardigen niet een vergaand ingrijpen in haar uitingsvrijheid voor de toekomst.
 

Het hof vernietigt het vonnis en wijst de vorderingen van Airbus af.

 

IEPT20230912, Hof Arnhem-Leeuwarden, appellante v Airbus

 

ECLI:NL:GHARL:2023:7690