Gerecht EU: Verhouding auteursrecht en mededingingsrecht inzake geoblocking over activeringscodes voor Steam

08-01-2024 Print this page
IEPT20230927, Gerecht EU, Valve v EC

Verhouding mededingingsrecht en auteursrecht online videogames: het Gerecht bevestigt dat met de geoblocking van activeringscodes voor het platform Steam inbreuk is gemaakt op het mededingingsrecht van de Unie. Door deze geoblocking bilateraal af te spreken, hebben Valve (de exploitant van het platform Steam) en vijf ontwikkelaars van videogames voor pc de grensoverschrijdende verkoop van bepaalde videogames voor pc die met dit platform compatibel zijn, onrechtmatig beperkt. 


MEDEDINGINGSRECHT - KARTEL

 

Uit het persbericht: Het Gerecht stelt vast dat de Commissie rechtens genoegzaam heeft aangetoond dat er tussen Valve en elk van de vijf ontwikkelaars een overeenkomst of een onderling afgestemde feitelijke gedraging bestond die tot doel had parallelinvoer te beperken door middel van geoblocking van de codes waarmee die videogames op het platform Steam kunnen worden geactiveerd en eventueel worden gebruikt. Met deze geoblocking moest worden voorkomen dat de videogames, die in sommige landen tegen lage prijzen worden gedistribueerd, werden gekocht door distributeurs of gebruikers uit andere landen waar de prijzen veel hoger liggen.

 

De geoblocking had dus niet tot doel de auteursrechten van de ontwikkelaars van videogames voor pc te beschermen, maar werd gebruikt om de parallelinvoer van deze videogames te laten verdwijnen en de door de ontwikkelaars geïnde vergoedingen en zelfs de door Valve geïnde marges op een hoog niveau te houden.

 

In antwoord op verschillende argumenten van Valve spreekt het Gerecht zich ook uit over de verhouding tussen het mededingingsrecht van de Unie en het auteursrecht. Het Gerecht herinnert er in het bijzonder aan dat het auteursrecht enkel tot doel heeft om de houders van de betreffende rechten de mogelijkheid te bieden om het in het verkeer brengen of het ter beschikking stellen van beschermd materiaal commercieel te exploiteren, door tegen betaling van een vergoeding licenties te verlenen.

 

Het garandeert hun echter niet de mogelijkheid om de hoogst mogelijke vergoeding op te eisen of zich zodanig te gedragen dat er kunstmatige prijsverschillen tussen de afgeschermde nationale markten ontstaan. Een dergelijke afscherming en het daaruit voortvloeiende kunstmatige prijsverschil zijn namelijk onverenigbaar met de totstandbrenging van de
interne markt.


ECLI:EU:T:2023:587