Steltselmatigheid merkinbreuk door import niet voor EU bedoelde Volkswagen ID.6

28-11-2023 Print this page
IEPT20231026, Rb Rotterdam, Techlantic-Ontario v Volkswagen

Sprake van inbreuk op merkrecht ex art. 9 lid 3 onder c UMVo door import niet voor EU bedoelde VW ID.6: auto's worden door Autocavy in de EU in de handel gebracht, zoals bedoeld in het Class-arrest. Beslag op de auto’s blijft rusten, vorderingen Techlantic c.s. worden afgewezen: belang VW dat zij eventueel een maatregel tot vernietiging van de auto’s (ex art. 2.22 lid 1 BVIE) daadwerkelijk ten uitvoer zal kunnen leggen, weegt zwaarder.

BESLAG

 

Techlantic houdt zich bezig met internationale autohandel. Ontario is een investeringsmaatschappij. Chinese joint-venture partners van VW produceren in China de Volkswagen ID.6. Dit model en type elektrische auto wordt door VW niet in Europa op de markt gebracht. Er zijn 49 auto's van een handelaar in Dubai gekocht. Autocavy heeft geprobeerd in Europa kopers voor de auto's te vinden, deze zijn in Rotterdam aangekomen en bevinden zich in entrepot. De voorzieningenrechter heeft bevolen ten laste van Autocavy bewijsbeslag te leggen, de auto's ter bewaring af te geven, en opgave te doen.


De gedragingen van Autocavy en Techlantic, in onderlinge samenhang bezien, komt het de voorzieningenrechter allereerst voor dat Techlantic de feiten niet volledig en naar waarheid hebben aangevoerd (artikel 21 Rv). De verkooppogingen door Autocavy zijn niet beperkt gebleven tot één enkele aanbieding op een Duitse website. Autocavy heeft zich aanzienlijk meer en langer ingespannen om de auto’s in de EU in het verkeer te krijgen. Uit de overgelegde stukken volgt immers dat Autocavy al concreet bezig was met de “customs clearance + German registration of 6 units of ID6.

 

VW heeft bestreden dat de auto's de T1-status hebben. Voor dit kort geding betekent dit dat niet uitgesloten kan worden dat de auto’s wel degelijk ingevoerd zijn, zodat ook in zoverre sprake zou zijn van een inbreuk op het merkrecht van VW (artikel 9 lid 3 onder c UMVo). Dit laat onverlet dat de bewijslast voor de gestelde merkinbreuk door middel van invoer op VW rust.

 

Nu naar voorlopig oordeel moet worden aangenomen dat sprake is van een inbreuk op het merkrecht als bedoeld in artikel 9 lid 3 onder b UMVo (en bovendien niet kan worden uitgesloten dat ook een inbreuk als bedoeld in artikel 9 lid 3 onder c UMVo komt vast te staan), biedt artikel 2.22 lid 1 BVEI de rechter de mogelijkheid om op vordering van VW de vernietiging te gelasten van de inbreukmakende goederen.

 

De voorzieningenrechter sluit voor de proceskosten aan bij de Indicatietarieven in IE-zaken.

 

IEPT20231026, Rb Rotterdam, Techlantic-Ontario v Volkswagen


ECLI:NL:RBROT:2023:10588