Curator dient mede-auteursrecht tv-format Sensing Murder te respecteren

03-01-2024 Print this page
IEPT20231107, Hof Amsterdam, Nordisk v curator
(Met dank aan Reindert van der Zaal en Sophie van Loon, Kennedy Van der Laan)

Mede-eigendom auteursrecht op tv-format. De rechtbank IEPT20190814 oordeelde dat Nordisk is geslaagd in het leveren van bewijs van stelling dat zij voor de helft mede-auteursrechthebbende is van het format. Het hof bevestigt dat er een gemeenschappelijke auteursrechten en de opbrengsten die voor 50% toekomen aan Nordisk. Staking van overdracht en aangaan van nieuwe overeenkomsten zonder toestemming. 


AUTEURSRECHT - IE-GOEDERENRECHT


Partijen hebben samengewerkt met betrekking tot de ontwikkeling en exploitatie van het format voor een tv-programma. Het geschil gaat over de vraag of het auteursrecht op het format toekomt aan partijen gezamenlijk en of Nordisk, als mede-auteursrechthebbende en/of vanwege de vroegere samenwerking, recht heeft om mee te delen in de exploitatie-opbrengst.

 

Omdat de curator slechts heeft aangevoerd dat Nordisk geen relevante bijdrage heeft geleverd en niet dat van een gemeenschappelijk werk geen sprake is, zal het hof de stellingen van partijen omtrent het makerschap en de exploitatie, eventuele overdracht en handhaving van auteursrecht op het format, beoordelen in het licht van het format als een gemeenschappelijk werk.

 

Nordisk stelt dat het format voortkwam uit de behoefte om vanuit het format van Sensing Murder een aangepast format te maken. Na gesprekken is het nieuwe format uitgewerkt, althans onder leiding en toezicht van creative director van Tévé doen uitwerken, in de format bible. Het werk is pas ontstaan door de vastlegging van de originele combinatie van elementen in de format bible.

 

Gedurende de eerste jaren na het ontstaan van het format en het op de markt komen van daarop gebaseerde tv-programma’s heeft TéVé er, blijkens consistente uitingen zowel tegenover Nordisk zelf als tegenover de buitenwereld, nooit onduidelijkheid over laten bestaan dat zij Nordisk beschouwde als mede-eigenaar van het format. De benadering van het aanduiden als maker c.q. owner, sluit aan bij het bewijsvermoeden van artikel 4 Aw.


De in dat verband door of met instemming van TéVé Partners/Holland gebruikte aanduidingen ‘owner’, ‘co-owner’, ‘Format Owner’ en ‘the format owned by’ wijzen in de context waarin die werden gehanteerd onmiskenbaar op (mede-) gerechtigdheid tot de IE met betrekking tot dat format.

 

Uit artikel 3:166, tweede lid, BW volgt dat dan het aandeel van Nordisk in die onverdeeldheid, in beginsel gelijk is aan dat van TéVé Partners/Holland ofwel ieder 50%.


Het hof verklaart voor recht dat de curator auteursrechtinbreuk heeft gemaakt door zonder toestemming (nieuwe) distributieovereenkomsten aan te gaan en dat het vervreemden van het auteursrecht op het format en Nordisk heeft recht op 50% van de opbrengsten door exploitatie. Het Hof beveelt de curator te staken iedere overdracht of aangaan van exploitatieovereenkomsten zonder toestemming op straffe van een dwangsom van € 100.000 per handeling en doen van opgave van opbrengsten vanaf 2014.

 

IEPT-versie volgt later
ECLI:NL:GHAMS:2023:3318

Op MediaReport