Handtekeningen onder octrooioverdracht worden stellig betwist

14-11-2023 Print this page
IEPT20231107, Rb Rotterdam, SoniQ Force

Octrooirecht. Rechtbank Rotterdam bevoegd omdat SoniQ Force slechts octrooiaanvrager is en dat valt niet onder de exclusiviteitsbevoegdheid van de Haagse rechtbank, waarvoor je octrooihouder moet zijn. Spoedeisend belang ontbreekt: Soniq Force heeft te lang getalmd met het instellen van de kort gedingprocedure. Onvoldoende aannemelijk dat Soniq Force de rechtmatige houder is van de octrooirechten; De ondertekening van een tweede overeenkomst die de octrooirechtoverdracht regelt wordt stellig betwist door uitvinders; Nader onderzoek nodig waarvoor in een kort geding geen plaats is. Het door SoniQ Force gevorderde verbod op octrooiinbreuk wordt afgewezen.


OCTROOIRECHT - RELATIEVE BEVOEGDHEID

 

Volgens Soniq Force heeft gedaagde een octrooiaanvraag in de Verenigde Staten op naam van Soniq Force ten onrechte gewijzigd in een octrooiaanvraag op zijn eigen naam. Soniq Force stelt dat gedaagden in strijd met tussen partijen gesloten overeenkomsten handelen door de uitvinding uit de octrooiaanvraag te exploiteren en/of derden dat te laten doen. De octrooiaanvraag ziet kort gezegd op Supersonic Drying (SSD), een technologie om vocht aan organische en niet-organische materialen te onttrekken. Gedaagden zijn gezamenlijk uitvinders van een procedé om vocht te onttrekken aan organische en niet-organische materialen, de SSD-techniek. Soniq Force stelt dat gedaagde naar het recht van de staat Wyoming niet de bestuursbevoegdheid had om zonder toestemming van de andere twee members de octrooiaanvraag op zijn naam te stellen en de octrooirechten uit Soniq Force te halen/ deze aan zichzelf (terug) te leveren.

 

De Nederlandse rechter komt rechtsmacht toe omdat gedaagden in Nederland wonen en/of zijn gevestigd (art. 4 Brussel-I-bis), ook indien de eiser buiten de EU is gevestigd. De Rotterdamse rechtbank is bevoegd. De exclusieve bevoegdheidsregels gelden niet ten behoeve van octrooiaanvrager enkel voor een octrooihouder. 

 

Van de eerste overeenkomst, de LoC, is tussen partijen niet in geding dat die rechtsgeldig is. Die overeenkomst komt erop neer dat Soniq Force een licentie verkrijgt en een machine koopt om de SSD- techniek toe te passen. Van de tweede overeenkomst (de Worldwide Assignment - overdrachtsovereenkomst) is de rechtsgeldigheid wel in geding. Gedaagden betwisten stellig dat het hun handtekening is die onder deze overeenkomst staat. Deze tweede overeenkomst heeft als strekking dat Soniq Force de aangevraagde octrooirechten koopt van de rechthebbenden. Het is onvoldoende aannemelijk dat Soniq Force de rechtmatige houder is van de aangevraagde octrooirechten. 

 

Gedaagden ontkennen dat zij hun handtekening hebben geplaatst onder de “overdrachtsovereenkomst” terwijl zij tegelijkertijd erkennen dat de aangevraagde octrooirechten op enig moment bij Soniq Force waren “geparkeerd”. Dit was een handeling van beperkte betekenis die louter bedoeld was om investeerders in de Verenigde Staten te vinden.

 

Ten nadele van het standpunt van Soniq Force pleit het volgende. De LoC gaat er van uit dat Soniq Force slechts een licentie verkrijgt, maar niet dat zij de rechtmatige houder van de aangevraagde octrooirechten wordt. Het standpunt van Soniq Force wijkt daarmee af van de vooraf overeengekomen bedoeling.

 

Er is sprake van een stellige ontkenning door gedaagden. Er is dus nader onderzoek nodig naar de handtekeningen, bijvoorbeeld door een deskundige die de echtheid van de handtekeningen onderzoekt. Daarvoor is in kort geding geen plaats.

 

Het door SoniQ Force gevorderde verbod op octrooiinbreuk wordt afgewezen.


IEPT20231107, Rb Rotterdam, SoniQ Force

ECLI:NL:RBROT:2023:10394