843a Rv-procedure is naar haar aard spoedeisend

12-01-2024 Print this page
Auteur:
Birgit Kunst-Verboon
IEPT20240110, Rb Noord-Holland, Xlim v Gemeente Purmerend
(Met dank aan Matthijs Schonewille en Lars Bakers, BINGH Advocaten)

Spoedeisend belang aangenomen: zaak is naar haar aard (vordering 843a Rv) spoedeisend. Sprake van rechtsbetrekking: De toezegging het programma niet meer te gebruiken dient de gemeente ten opzichte van Xlim nog altijd na te komen zodat daaruit al een rechtsbetrekking volgt. Wel inzage bescheiden reeds opgestelde stukken: dat de gemeente geen inzage wil geven in de bescheiden omdat daar vertrouwelijk informatie in staat, maakt het aannemelijk dat voor de gemeente ook duidelijk is om welke bescheiden het gaat. Geen inzage bescheiden toekomstige stukken: de omstandigheid dat de gemeente de wettelijke plicht heeft om die toekomstige jaarstukken op te stellen, zodat zij op enig moment voorhanden zullen zijn, vormt onvoldoende grond voor toewijzing in kort geding.

 

PROCESRECHT  

 

Na beëindiging van de licentie is de gemeente Purmerend toch doorgegaan met de boekhoudapplicatie van Xlim. In verband met inbreuk op haar auteursrechten en bedrijfsgeheimen heeft Xlim een bodemprocedure aangespannen. Xlim vordert de voorzieningenrechter de gemeente zal bevelen om digitaal afschrift te verschaffen van bescheiden.

 

De gemeente voert als verweer dat Xlim geen spoedeisend belang heeft bij een vordering ex artikel 843a Rv en met die vordering de bodemprocedure doorkruist. Ook voert de gemeente aan dat de vordering van Xlim niet voldoet aan de vereisten van artikel 843a Rv. Er is geen sprake van een rechtsbetrekking, omdat de overeenkomst tussen partijen is geëindigd en er is ook geen sprake van een rechtsbetrekking uit onrechtmatige daad, omdat de beweerde inbreuk ter beoordeling voorligt in de bodemprocedure, waarover nog niet is geoordeeld. 

Volgens de voorzieningenrechter is deze zaak naar haar aard spoedeisend en zijn er voldoende feiten en omstandigheden aangevoerd om op basis daarvan tot een oordeel in kort geding te kunnen komen.

 

Xlim heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk kunnen maken dat de vordering aan de vereisten van artikel 843a voldoet.  Er is sprake van een rechtsbetrekking. De toezegging per e-mail om het programma niet meer te gebruiken dient de gemeente ten opzichte van Xlim nog altijd na te komen zodat daaruit al een rechtsbetrekking volgt. 

 

De gevorderde bescheiden zijn voldoende bepaald waar het gaat om de Excel-bestanden die betrekking hebben op de reeds opgestelde stukken. Dit wordt onderstreept door de verklaring van de gemeente dat zij geen inzage wil geven in de bescheiden omdat daar ook informatie in staat over leningen. Kennelijk, zo beredeneert de voorzieningenrechter, is het dan voor de gemeente ook duidelijk om welke bescheiden het gaat. 

 

De vordering ten aanzien van de toekomstige jaarstukken is te voorbarig. De omstandigheid dat de gemeente de wettelijke plicht heeft om die toekomstige jaarstukken op te stellen, zodat zij op enig moment voorhanden zullen zijn, vormt onvoldoende grond voor toewijzing in kort geding. 

 

De gemeente heeft er nog op gewezen dat zij bij toewijzing van de vorderingen van Xlim in de bodemprocedure al gehouden zal zijn om opgave te doen van elk ongeautoriseerd gebruik van het programma, maar Xlim heeft aangegeven zelf te willen beoordelen of er ongeautoriseerd gebruik wordt gemaakt van het programma. De voorzieningenrechter gaat mee met Xlim en oordeelt dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat een behoorlijk rechtsbedeling ook zonder de gevraagde afgifte is gewaarborgd.  

 

De gevorderde dwangsommen worden afgewezen. De gemeente heeft toegezegd dat zij als overheidsinstelling een eventueel toewijzend vonnis zal naleven.

 

IEPT20240110, Rb Noord-Holland, Xlim v Gemeente Purmerend

Kopie originele vonnis