Gedeeltelijke rectificatie: geraadpleegde deskundige niet juist geciteerd in artikel over Iraanse marmerwinning

26-01-2024 Print this page
IEPT20240124, Rb Amsterdam, eiser v FD

Aan het FD komt een grote mate van vrijheid van meningsuiting toe: [eiser] is een publiek figuur en samen met B&S ten tijde van de publicatie van de artikelen onderdeel van het publiek debat. 2 november artikel FD niet onrechtmatig jegens [eiser]: uitingen vinden voldoende steun in de feiten. FD is zorgvuldig omgegaan met vertrouwelijke informatie. Sprake van hoor en wederhoor. Portretrecht [eiser] niet geschonden. 3 november artikel FD deels onrechtmatig jegens [eiser], rectificatie toegewezen: citaat [naam 13] vindt onvoldoende steun in de feiten. Verwijzing naar schadestaat voor materiële schade van [eiser] toegewezen: [eiser] heeft gesteld dat hij inkomsten is misgelopen en extra kosten heeft moeten maken als gevolg van de publicaties. Overige vorderingen afgewezen: rectificatie van het onrechtmatige onderdeel van de publicatie zal voldoende tegemoetkomen aan de belangen van [eiser].

PUBLICATIE

 

[eiser] maakt bezwaar tegen twee artikelen   in het FD. De artikelen gaan over een investering van [eiser] in Iraanse marmermijnen in het licht van mogelijke risico’s voor aandeelhouders van de onderneming waarvan hij grootaandeelhouder is, B&S. B&S is onder meer leverancier van het Amerikaanse leger. De artikelen gaan over de bekendheid van aandeelhouders van B&S met de investering van [eiser] , en mogelijke risico’s van deze investering in verband met schending van sanctieregels die golden ten aanzien van Iran.

 

[eiser] heeft geen belang om zich te verzetten tegen het gebruik van de portretfoto bovenaan het 2 november artikel. Deze zakelijke foto is gebruikt bij eerdere publicaties en is ook gemaakt voor het gebruik van publieke uitingen. Dit gebruik levert geen schending van het portretrecht van [eiser] op.

 

De rechtbank maakt bij de beoordeling een afweging tussen de vrijheid van meningsuiting van het FD en het recht op eerbieding van de persoonlijke levenssfeer van [eiser] en concludeert dat het FD mag publiceren over mogelijke risico’s voor aandeelhouders van B&S als gevolg van investeringen in het verleden van [eiser] in Iran. Daarmee is het artikel van 2 november 2022 rechtmatig. Het artikel van 3 november 2022, is gedeeltelijk onrechtmatig omdat niet kan worden vastgesteld of de door het FD geraadpleegde deskundige juist is geciteerd. Voor dat deel zal het FD een rectificatie moeten plaatsen.

 

IEPT20240124, Rb Amsterdam, eiser v FD


ECLI:NL:RBAMS:2024:319