Portret Surinaamse President op voorzijde boek waarin hij NIET van corruptie wordt beschuldigd

15-03-2024 Print this page
IEPT20240306, Rb Rotterdam, President Suriname

Op het boek van gedaagden staat de President van Suriname afgebeeld. Botsing tussen het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en het portretrecht. Artikel 8 EVRM gaat boven artikel 21 Auteurswet, er is een kleine margin of appreciation voor de rechter. Politici, en zeker staatshoofden, stellen zich willens en wetens bloot aan een nauwgezet onderzoek van hun woorden en daden door journalisten en het grote publiek en daarom moeten zij een grotere mate van tolerantie aan de dag leggen. Er is geen sprake van ernstige beschuldigingen die op geen enkele manier zijn ondersteund. Het gaat slechts om een voorkant van een boek (met een suggestieve vraag in combinatie met de gewraakte foto) die de lading -de inhoud van het boek- niet dekt.

 

PUBLICATIE & PRIVACY

 

Gedaagde heeft het boek 'Corruptie op het hoogste niveau? Zakendoen in Suriname.' geschreven. De President staat op de voorkant van het boek afgebeeld en daarnaast staat de President op pagina elf van het boek afgebeeld onder de kop “de hoofdrolspelers”. Volgens de President wekt de publicatie van zijn portret in het boek geschetste context ten onrechte de suggestie dat de President corrupt zou zijn en/of zou meewerken aan corruptie. De President eist o.a. een publicatieverbod en LinkedIn-berichten met het portret van de President te verwijderen en te rectificeren.

 

Er is sprake van een botsing tussen grondrechten, aan de ene kant het recht op vrijheid van meningsuiting van [gedaagde01] en aan de andere kant het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de President. Portretrecht is een wezenlijk onderdeel van dat laatste recht en houdt het recht van de persoon in om het gebruik en de publicatie van zijn portret te controleren.


De gestelde schending van het portretrecht ziet hier immers alleen op de schending van de persoonlijke levenssfeer van de President. Voor zover van belang gaat artikel 8 EVRM boven artikel 21 Auteurswet. Niet terzake doet dat het hier gaat om een door anderen dan gedaagden in opdracht gemaakte staatsiefoto.


Gedaagde snijdt in het boek een onderwerp van openbaar belang aan dat actueel is voor Suriname, namelijk corruptie in regeringskringen en door vooraanstaande/bekende personen “op het hoogste niveau”. Om het publiek te informeren over of te waarschuwen voor misstanden zoals vermeende wandaden van de overheid mag gedaagde tot op zekere hoogte overdrijven of zelfs provoceren; dat is journalistieke vrijheid.


Er is weinig ruimte voor beperkingen van het debat over aangelegenheden van openbaar belang en dat heeft tot gevolg dat een hoog niveau van bescherming aan de vrijheid van meningsuiting wordt toegekend; de rechter beschikt in zo’n geval over een bijzonder kleine “margin of appreciation”.

 

Politici, en zeker staatshoofden, stellen zich namelijk willens en wetens bloot aan een nauwgezet onderzoek van hun woorden en daden door journalisten en het grote publiek en daarom moeten zij een grotere mate van tolerantie aan de dag leggen. Ook dit brengt mee dat de President onder omstandigheden moet gedogen dat zijn portret wordt gebruikt in/op een publicatie over corruptie in Suriname, zoals het boek.


Er is geen sprake van ernstige beschuldigingen die op geen enkele manier zijn ondersteund. Het gaat slechts om een voorkant van een boek (met een suggestieve vraag in combinatie met de gewraakte foto) die de lading -de inhoud van het boek- niet dekt.


Door het portret van de President op de voorkant en op pagina 11 te gebruiken, wordt dus geen ongerechtvaardigde inbreuk op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de President gemaakt.

 

Afwijzing van de gevraagde voorzieningen.


ECLI:NL:RBROT:2024:1770 en ECLI:NL:RBROT:2024:1771
 

Interessant om te lezen: Quote