HvJ EU: TV-toestellen in kamers en fitnessruimte hotel en signaal doorgegeven aan eigen kabeldistributienetwerk is mededeling

15-04-2024 Print this page
IEPT20240411, HvJEU, Citadines v MPLC

Onder een ‘mededeling aan het publiek’ in de zin van art. 3 lid 1 Auteursrechtrichtlijn 2001 valt: de beschikbaarstelling van televisietoestellen in de kamers of de fitnessruimte van een hotel, waarbij een signaal aan deze toestellen wordt doorgegeven via een eigen kabeldistributienetwerk.

 

AUTEURSRECHT - MEDEDELING AAN PUBLIEK

 

Zaak C-723/22 Citadines v MPLC


Uit de samenvatting minbuza.nl :

De verwijzende rechter geeft aan ernaar te neigen artikel 3, lid 1, van de InfoSoc-richtlijn aldus uit te leggen dat de enkele beschikbaarstelling van ontvangtoestellen weliswaar geen mededeling aan het publiek vormt, maar dat toch afbreuk aan dit recht wordt gedaan door eerdere doorgifte van het signaal naar de ontvangtoestellen via het eigen kabeldistributiesysteem van het hotel. Het begrip “mededeling aan het publiek”  verbindt twee cumulatieve elementen met elkaar, nl. een “handeling bestaande in een mededeling” van een werk en de “mededeling aan een publiek”. In casu is het twijfelachtig of met de doorgifte via de kabel binnen het hotel door de gebruiker, waartoe hij op grond van een licentie gerechtigd is, kan worden opgemaakt dat hij bewust een “handeling bestaande in een mededeling” heeft verricht, wanneer zijn handelwijze voor het overige slechts bestaat in de beschikbaarstelling van ontvangtoestellen, hetgeen geen schending oplevert. Hoewel in het kader van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29 wordt gesteld dat de (on)rechtmatigheid van de bron ingeval van een handeling bestaande in een mededeling in beginsel irrelevant is, lijkt dit problematisch omdat er twee aspecten van de mededeling aan het publiek in de context van een volledige harmonisatie van de exploitatierechten in de richtlijn, die eveneens de bindende bovengrens van het beschermingsniveau vaststelt, afzonderlijk zouden worden geëxploiteerd. Volgens de verwijzende rechter staat in casu vast dat het om een mededeling aan publiek gaat, wegens het snel opvolgende nieuwe publiek in een hotel. De verwijzende rechter verzoekt met de prejudiciële vraag uitlegging van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29, omdat hij zich afvraagt of er sprake is van een “handeling bestaande in een mededeling” wanneer de gebruiker van een beschermd werk een licentie heeft verworven op grond waarvan hij beschikt over een recht op wederdoorgifte via de kabel overeenkomstig het nationale recht, en zijn handelswijze voor het overige beperkt blijft tot het ter beschikking stellen van ontvangtoestellen.


Gestelde vraag (MinBuza C-723/22):

Moet artikel 3, lid 1, van de InfoSoc-richtlijn aldus worden uitgelegd dat deze bepaling zich verzet tegen een nationale regeling of praktijk waarbij de beschikbaarstelling van fysieke faciliteiten om een mededeling mogelijk te maken of te verrichten, zoals televisietoestellen in de kamers of de fitnessruimte van een hotel, als een mededeling aan het publiek wordt beschouwd wanneer het zendsignaal via het eigen kabeldistributiesysteem van het hotel weliswaar naar die faciliteiten wordt doorgegeven, maar deze wederdoorgifte via de kabel rechtmatig plaatsvindt op grond van een door het hotel verworven licentie?

Antwoord HvJEU:

Artikel 3, lid 1, van [InfoSoc-Richtlijn] moet aldus worden uitgelegd dat de beschikbaarstelling van televisietoestellen in de kamers of de fitnessruimte van een hotel, waarbij bovendien een signaal aan die toestellen wordt doorgegeven via een eigen kabeldistributienetwerk van dat hotel, een „mededeling aan het publiek” in de zin van deze bepaling vormt.

 

IEPT20240411, HvJEU, Citadines v MPLC


ECLI:EU:C:2024:289 en zaak C-723/22