Octrooi openbaart geen technisch effect met droge granulatie

21-06-2024 Print this page
IEPT20240416, Hof Den Haag, Galenicum v Insud

WO 530 vormt, in tegenstelling tot grief Galenicum, de meest nabije stand van de techniek: direct en ondubbelzinnig geopenbaard dat HCl-sitagliptine geformuleerd kan worden in een tablet. WO 530 en EP 187 hebben hetzelfde doel en effect en zien beide op een industrieel vervaardigbaar tablet. EP 187 mist inventiviteit: aan verschilsmaatregel kan geen technisch effect worden verbonden en vervaardiging tablet door droge granulatie kent geen inventieve werkzaamheid. Ook hulpverzoek niet inventief: gemiddelde vakman zou op combinatie CDP/MCC als vulmiddel zijn gekomen. Het hof bekrachtigd het vonnis van de rechtbank. 
 

OCTROOIRECHT

 

Nu het verschil tussen EP 187 en de meest nabije stand van de techniek (WO 530) geen technisch effect oplevert, moet het probleem waarvoor EP 187 een oplossing beoogt worden gezien in het verschaffen van een alternatief voor deze tablet, waarbij de oplossing dan is dat de tablet niet door middel van directe compressie maar door middel van droge granulatie wordt vervaardigd. Omdat droge granulatie een van de drie op de prioriteitsdatum van EP 187 meest toegepaste technieken was om een tablet te bereiden, valt in deze oplossing geen inventieve werkzaamheid te ontwaren.


Het technisch effect van de verschilmaatregelen is volgens Galenicum dat de vulstof van het hulpverzoek leidt tot een verbeterd oplossingsprofiel wanneer droge granulatie wordt toegepast.


Het technisch effect van verschilmaatregel mag niet bij de beoordeling van de inventiviteit worden betrokken, en dus ook niet bij de beoordeling van de inventiviteit van een beperkingen daarvan, zoals het hulpverzoek.

 

Echter de vervanging van de directe compressievervaardigingswijze door de droge granulatievervaardigingswijze heeft op zichzelf beschouwd geen technisch voordeel. Het kan dus slechts als alternatief bijdragen aan het bepalen van het op te lossen probleem in de PSA.


Het octrooi, ook na het hulpverzoek, mist inventiviteit.

 

Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep: IEPT20220126


IEPT20240416, Hof Den Haag, Galenicum v Insud
ECLI:NL:GHDHA:2024:882