Geen IE-overdracht bij samenwerkingsovereenkomst wielrencontent

16-05-2024 Print this page
IEPT20240417, Rb Overijssel, WFA

Samenwerkingsovereenkomst voor productie exclusieve content over wielrennen. Na verbod op reclame met rolmodellen werd overeenkomst opgezegd. Met andere partij is gedaagde gaan samenwerken. WFA meent IE-rechten te beschikken, echter dat was nooit het uitgangspunt, hooguit een gebruiksrecht. Er is geen juridische of feitelijke levering geweest. Vorderingen worden afgewezen.


SAMENWERKINGSOVEREENKOMST

 

WFA en gedaagden zijn eind 2020 een samenwerkingsovereenkomst aangegaan. Gedaagde zouden tegen betaling exclusief voor WFA (video)content produceren en publiceren over wielrennen in verschillende disciplines, waarbij het merk Bingoal van WFA als één van de hoofdsponsors wordt aangeduid van het (nog op te richten) wielerteam. Gedaagden zouden op ludieke wijze videocontent maken rondom (internationale) wielerwedstrijden en zelf sportieve uitdagingen van kijkers uitvoeren.


Sinds de gewijzigde Regeling Werving, Reclame en Verslavingspreventie Kansspelen (RWRVK) was het gedaagden verboden om rolmodellen te gebruiken in reclames voor onder meer kansspelen op afstand. Daarom werd de Overeenkomst - na onderhandeling - opgezegd. Gedaagde is met Kindred Group (Unibet) gaan samenwerken vanwege sponsoring van een professionele wielerploeg.


Volgens artikel 8 van de Overeenkomst meent WFA eigenaar te zijn van de IE-rechten van onder meer het TDT-concept, het platform, de auteursrechten en de handelsnaam. Het kopiëren en exploiteren van het TDT-concept in het kader van de samenwerking met Unibet zonder toestemming en financiële compensatie levert een tekortkoming en/of een onrechtmatige daad op. Bovendien is sprake van slaafse nabootsing.

 

Echter het uitgangspunt is dat de ene partij "op geen enkele wijze enig recht op een bestaand of toekomstig intellectueel eigendomsrecht" van de andere partij zal verwerven.


De door WFA gewenste uitleg van artikel 8 van de Overeenkomst zou feitelijk betekenen dat [gedaagde 2] haar onderneming aan WFA heeft overgedragen en dat is zeker niet de bedoeling geweest. Van een feitelijke en/of juridische levering van alle IE-rechten aan WFA daarom geen sprake.


De rechtbank is van oordeel dat niet is gebleken dat gedaagden hun IE-rechten aan WFA hebben overgedragen. Alle vorderingen van WFA worden afgewezen.

 

ECLI:NL:RBOVE:2024:2126