Oud-medewerkers toch niet gehouden aan non-concurrentiebeding na mislukte bedrijfsovername

15-07-2024 Print this page
IEPT20240513, Rb Oost-Brabant, Opsporen Ontplofbare Oorlogsresten

Gedaagden worden, in verhouding tot het belang van eisers 1 en 2, door hun concurrentiebedingen onbillijk benadeeld: bedrijf A is een concurrent van eisers en de indiensttreding van gedaagden is in beginsel een schending van het concurrentiebeding: belangen gedaagden (verbetering arbeidsvoorwaarden en werksfeer) prevaleren boven belangen eisers.

 

IE-OVEREENKOMSTEN

 

Subjectieve cumulatie op basis van 107 Rv, ondanks dat niet alle gedaagden woonplaats in het arrondissement hebben, bestaat er zodanige samenhang om doelmatiger gezamenlijk te behandelen.

 

De reconventionele vordering van de gedaagden tot schorsing van hun concurrentie- en relatiebeding wordt toegelaten, ook al is deze vordering weliswaar vooraf aangekondigd maar pas tijdens de mondelinge behandeling feitelijk ingediend. Het is niet aannemelijk dat de eisers, de oud-werkgevers van de gedaagden, hierdoor in hun belangen zijn geschaad.


Na een belangenafweging wordt de vordering van de oud-werkgevers afgewezen. Zij wilden nakoming van het concurrentie- en relatiebeding door de gedaagden. Het gaat om vijf werknemers. Na een mislukte overname traden zij in dienst bij het beoogde overnamebedrijf. Dit bedrijf is een directe concurrent van de oud-werkgevers.


De vordering van oud-werknemers tot schorsing van hun concurrentie- en relatiebeding wordt toegewezen.

IEPT20240513, Rb Oost-Brabant, Opsporen Ontplofbare Oorlogsresten

ECLI:NL:RBOBR:2024:2220