Onduidelijkheid over exclusiviteitsbeding voor online product configurator

08-07-2024 Print this page
IEPT20240522, Rb Gelderland, Attema v Orange Juice

Attema vervaardigt kunststofproducten voor de bouw. Orange Juice ontwikkelt computersoftware. Attema heeft bij Orange Juice geïnformeerd naar de mogelijkheden om een webapplicatie te maken waarmee - door invoering van specificaties in een zogenaamde online product configurator - een groepenkast op maat kan worden besteld. Er is een Exclusiviteitsbeding afgesproken dat geen opdrachten worden aangenomen voor o.a. ABB. In het voortraject, in de projectplannen van april en mei 2021 is het exclusiviteitsbeding niet opgenomen.  Attema heeft vernomen dat in 2024 ABB een online product configurator in gebruik heeft genomen.

 

OPDRACHT


Er is geen schriftelijke overeenkomst die door beide partijen is ondertekend en waarin alle afspraken zijn vastgelegd. Wat partijen zijn overeengekomen, moet worden afgeleid uit verschillende schriftelijke documenten, zoals projectplannen en e-mailcorrespondentie, en uit verklaringen van betrokken personen.

 

Partijen zijn het oneens over de aanwezigheid van een exclusiviteitsbeding en de aard en omvang van hun overeenkomst. Attema stelt dat er één allesomvattende overeenkomst is gebaseerd op het projectplan van februari 2021, inclusief een exclusiviteitsbeding. Orange Juice daarentegen beweert dat er meerdere losse overeenkomsten zijn, waarbij Attema per fase kon beslissen of zij verder wilde gaan ('go/no go') en dat er geen exclusiviteitsbeding was.

 

De voorzieningenrechter constateert dat de sterk uiteenlopende standpunten van partijen en de verschillende interpretaties van de ingebrachte stukken, die tot verschillende conclusies leiden, maken dat in deze kortgedingprocedure niet kan worden vastgesteld wat partijen precies hebben afgesproken en of er een exclusiviteitsbeding is overeengekomen. Hiervoor is nader feitenonderzoek en mogelijk bewijslevering, zoals getuigenverhoor, nodig, wat niet geschikt is voor een kort geding. Daarom worden de vorderingen van Attema, die gebaseerd zijn op de gestelde toepasselijkheid en schending van het exclusiviteitsbeding, afgewezen.


De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van Attema af.
 


ECLI:NL:RBGEL:2024:3099