Sinds medio 2022 houdt het Commissariaat voor de Media toezicht op video-uploaders, ook wel influencers, vloggers of content creators genoemd. Het Commissariaat verwacht van uploaders o.a. dat zij transparant zijn over commerciële beïnvloeding in hun video’s. Reclame in video’s moet herkenbaar zijn voor de kijker. De afgelopen twee jaar ging het Commissariaat in zijn toezicht op uploaders van eerst voorlichting, via informele handhaving zoals gesprekken, naar steeds strengere handhaving. In veel gevallen is informele handhaving al effectief om ons doel te bereiken. Veel uploaders die wij aanschreven of met wie wij in gesprek gingen, waren daarna bekend met de regels en houden zich hier ook aan. Dit geldt niet voor alle gevallen. Bij aanhoudende overtredingen zet het Commissariaat formele handhavingsinstrumenten in. Dit heeft nu geresulteerd in de eerste boete voor een video-uploader (zie: ‘Besluit’), er is een boeteverlaging toegepast.
Drie video's merkt het Commissariaat aan als een zware overtreding van artikel 3.5b, eerste lid, van de Mediawet 2008. Daarin betrekt het Commissariaat dat de reclame in de video's niet als zodanig herkenbaar is, maar dat er wel een vermelding is opgenomen
aan het einde van de beschrijving. Die vermelding is ‘ad’. Die vermelding leidt er niet toe dat de reclame als zodanig herkenbaar is, omdat de vermelding niet zichtbaar is bij de standaardweergave van de video's, maar wijst er op dat [xxx] niet heeft willen verzwijgen dat er sprake is van reclame.
Boeteverlaging. Het Commissariaat heeft gezien dat [xxx] de vier video's inmiddels heeft aangepast, waardoor de reclames als zodanig herkenbaar zijn. Ook heeft [xxx] laten zien dat zij de regelgeving begrijpt door het ‘influencer certificaat’ te behalen en die regelgeving op de juiste manier toe te passen in de video's die zij hierna op haar sociale mediakanalen heeft geplaatst. Deze stappen laten zien dat zij maatregelen heeft getroffen om herhaling van overtredingen te voorkomen en daarom neemt het Commissariaat deze omstandigheden mee als boeteverlagend.
Sanctiebeschikking CvdM 966787 / 974939