
Hoge Raad stelt 3 prejudiciële vragen aan het HvJEU over ‘offline streaming copy’ als thuiskopie: over de vraag of het maken van een offline streaming copy valt onder de uitzondering van art. 5 lid 2 sub b Auteursrechtrichtlijn (thuiskopie) is redelijkerwijs twijfel mogelijk. Vraag 2 gewijzigd en vraag 3 toegevoegd nadat partijen zich op grond van tussenarrest (IEPT20240517) mochten uitlaten over de vragen.
Deze auteursrechtzaken zien op de thuiskopieregeling van art. 16c Auteurswet (Aw) en de vraag of smartphones, pc’s en laptops kunnen worden onderworpen aan de thuiskopieheffing voor het maken van ‘offline streaming copies’, ook wel ‘tethered downloads’ genoemd, van auteursrechtelijk beschermde werken. Dat zijn kopieën van werken die door aanbieders van betaalde streamingdiensten zoals Spotify op verzoek van een gebruiker van de dienst (de abonnee) worden opgeslagen op een gegevensdrager, zodat de gebruiker die werken ook offline kan afspelen.
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
2.3. (i) Offline streaming copies, ook wel tethered downloads genoemd, zijn downloads of kopieën van werken (muziek, films, kortweg ‘content’) die offline beschikbaar worden gesteld aan een gebruiker van een betaalde streamingdienst (bijvoorbeeld Spotify). Het voordeel van deze faciliteit is dat de gebruiker deze gedownloade kopieën ook kan afspelen wanneer er geen internettoegang is.
(ii) De offline streaming copy wordt aangeboden als integraal onderdeel van de abonnementsdienst van de aanbieder, zodat de aanbieder daar een commercieel doel mee heeft.
(iii) De gang van zaken bij het maken van een offline streaming copy is als volgt:
a) de gebruiker geeft – door binnen de applicatie van de streamingdienst te drukken op de daarvoor bestemde knop – aan welk downloadbare werk hij offline ter beschikking wil hebben;
b) de aanbieder plaatst de door de gebruiker aangewezen content op een door de aanbieder speciaal geselecteerd deel van het geheugen van het apparaat (bijvoorbeeld een smartphone) van de gebruiker, die dat deel aan de aanbieder ter beschikking heeft gesteld; de gebruiker bepaalt de opslaglocatie niet en heeft daarin zelf geen keuzevrijheid; hij kan de content ook niet ergens anders neerzetten;
c) de aanbieder slaat de content op in een door hem bepaalde encryptiemethode, en alleen hij kan de content decrypten;
d) de stappen b) en c) verlopen via een geautomatiseerd proces;
e) de content blijft door technische beschermingsmaatregelen binnen de streamingfaciliteit; de gebruiker kan deze niet overplaatsen naar een ander medium;
f) na verloop van tijd (bij het eindigen van het abonnement, in andere door de gebruikersvoorwaarden bestreken gevallen en indien de rechthebbende tot het auteursrecht de toestemming intrekt) wordt de op het apparaat van de gebruiker opgeslagen content automatisch verwijderd;
g) de rechthebbende behoudt de controle over de werken: hij bepaalt welke werken aan abonnees ter beschikking worden gesteld en hij kan (doen) bewerkstelligen dat de toegang tot de offline streaming copies wordt geblokkeerd of dat een download wordt verwijderd.
(iv) HP en Dell zijn producenten van ICT-apparatuur zoals computers en smartphones en worden als zodanig geraakt door de heffing van de billijke vergoeding als bedoeld in art. 5 lid, aanhef en onder b, Auteursrechtrichtlijn en art. 16c lid 2 Aw.
(v) Stobi behartigt de belangen van alle partijen (fabrikanten, importeurs, distributeurs en agenten) die geraakt worden door de heffing van de thuiskopievergoeding op ‘blanco informatiedragers’ (voorwerpen die bestemd zijn om beelden, geluid of informatie op vast te leggen, zoals USB-sticks).
(vi) Stichting De Thuiskopie is krachtens art. 16d Aw belast met de inning en verdeling van de thuiskopievergoeding.
(vii) SONT is op grond van art. 16e Aw belast met het vaststellen van de hoogte van de thuiskopievergoeding. In SONT zijn (organisaties van) rechthebbenden en betalingsplichtigen vertegenwoordigd.
(viii) In 2017 heeft SONT de voorwerpen en tarieven van de thuiskopievergoeding vastgesteld voor de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2020. Daarbij zijn als voorwerpen van de thuiskopievergoeding onder meer aangewezen (met daarachter de tarieven voor achtereenvolgens de periode 2015-2017 en de periode 2018-2020):
“PC/Laptop/notebook/server/mediacenter € 3,50 € 2,60
Tablet € 3,50 € 2,60
Smartphone/Telefoon met MPS-speler € 3,50 € 4,70
USB Sticks € - € 0,60”
Voorts is bij de ‘mee te nemen herkomstcategorieën’ onder meer vermeld:
“betaalde download streaming dienst”.
De gestelde vragen aan HvJ EU:
1. Kan een reproductie met de kenmerken zoals hiervoor in 2.3 onder (i)-(iii) beschreven (offline streaming copy), mede gelet op de driestappentoets (art. 5 lid 5 Auteursrechtrichtlijn), worden aangemerkt als een “reproductie (…) door een natuurlijke persoon voor privé-gebruik gemaakt, en zonder enig direct of indirect commercieel oogmerk” als bedoeld in art. 5 lid 2, onder b, Auteursrechtrichtlijn?
2. Verzetten de doelstellingen van de Auteursrechtrichtlijn, waaronder een hoog niveau van auteursrechtbescherming, een rechtvaardig evenwicht tussen de belangen van de rechthebbende en de belangen van de gebruiker, en een coherente en techniekneutrale toepassing door de lidstaten van de beperkingen en restricties, zich tegen een nationale regeling op grond waarvan de uitzondering voor thuiskopieën niet mede offline streaming copies omvat?
3. Is voor het antwoord op een of meer van de voorgaande vragen van belang of de rechthebbenden een vergoeding per gemaakte offline streaming copy ontvangen, dan wel of zij een vergoeding ontvangen die is gebaseerd op het aantal keren dat een offline streaming copy door de gebruiker van de streamingdienst wordt afgespeeld?
IEPT20240712, HR, SONT en Thuiskopie v HP c.s.
Zie voor tussenarrest Hoge Raad: IEPT20240517, HR, SONT v HP
Arrest hof Den Haag: IEPT20220322, Hof Den Haag, HP v SONT
Vonnis rechtbank Den Haag: IEPT20190918, Rb Den Haag, HP v SONT