Geen bewijs voor bedrog, dwaling of misbruik bij samenwerking dakbedekkingsoctrooi
08-08-2024 Print this pagePartijen hadden een samenwerkingsovereenkomst over dakbedekkingsmateriaal, maar raakten in een geschil over hun octrooiaanvragen. [eiser] beweerde dat de overeenkomst door bedrog, dwaling of misbruik van omstandigheden tot stand was gekomen, en stelde daarnaast dat Leadax onrechtmatig handelde of ongerechtvaardigd verrijkt was. De rechtbank oordeelt dat het verweer van Leadax op verjaring niet slaagt, maar wijstde vorderingen van [eiser] af, omdat er geen bewijs isvoor bedrog, dwaling, of misbruik van omstandigheden. [eiser] had niet voldoende onderbouwd dat Leadax verkeerde mededelingen had gedaan over het product "Roofing" of haar octrooiaanvraag. De rechtbank vind het bovendien onwaarschijnlijk dat Leadax [eiser] opzettelijk had misleid en oordeelt dat [eiser] vrijwillig met Leadax had samengewerkt zonder bewijs van dwang of misbruik van omstandigheden.
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST - OCTROOIRECHT
[eiser] en Leadax hebben een samenwerkingsovereenkomst gesloten met betrekking tot een dakbedekkingsmateriaal. Hun geschil heeft te maken met de octrooiaanvragen die zij ieder afzonderlijk en na elkaar hebben ingediend. [eiser] stelt zich op het standpunt dat de samenwerkingsovereenkomst tot stand is gekomen op grond van bedrog, dwaling en/of misbruik van omstandigheden.
Maar mocht de rechtbank daar niet in meegaan, dan stelt [eiser] zich op het standpunt dat Leadax c.s. tegenover haar onrechtmatig heeft gehandeld dan wel dat Leadax ongerechtvaardigd is verrijkt. Leadax c.s. voert verweer, dat onder meer inhoudt dat de vorderingen van [eiser] zijn verjaard.
De rechtbank komt in dit vonnis tot het oordeel dat het beroep van Leadax op verjaring niet slaagt. Toch worden de vorderingen van [eiser] afgewezen, omdat volgens de rechtbank geen sprake is van bedrog, dwaling of misbruik van omstandigheden noch sprake is van onrechtmatig handelen of ongerechtvaardigde verrijking van Leadax.
De rechtbank oordeelt dat [eiser] onvoldoende heeft aangetoond dat Leadax bepaalde mededelingen heeft gedaan over het exclusieve recht op het product "Roofing" en de waarde van de octrooiaanvraag van [eiser]. [eiser] heeft niet precies aangegeven wanneer, waar en wat er gezegd is, en het lijkt ook onwaarschijnlijk dat deze mededelingen zijn gedaan, aangezien beide octrooiaanvragen naast elkaar konden bestaan. Zelfs als de mededelingen waren gedaan, had [eiser] hierover duidelijkheid moeten vragen, wat niet is gebeurd. In plaats daarvan ging [eiser] akkoord met een overeenkomst waarin staat dat zij bekend was met de inhoud van het patent van Leadax.
Staat niet vast dat Leadax [eiser] tot het aangaan van de overeenkomst en/of de allonge heeft bewogen door enige opzettelijk daartoe aangedane onjuiste mededeling, door het opzettelijk daartoe verzwijgen van enig feit dat Leadax verplicht was mee te delen, of door een andere kunstgreep.
Het beroep van [eiser] op misbruik van omstandigheden faalt omdat zij onvoldoende heeft onderbouwd dat haar financiële problemen te wijten waren aan Leadax. De rechtbank oordeelt dat [eiser] vrijwillig met Leadax in zee is gegaan, en er zijn geen aanwijzingen dat Leadax haar in een kwetsbare positie heeft gedwongen om de allonge te ondertekenen.