Bastion groep is niet de 'vertoner', de individuele hotels wel

26-08-2024 Print this page
IEPT20240809, Rb Amsterdam, Videma v Bastion Groep

Bastion Holding is niet gehouden licentievergoeding aan Videma te voldoen: niet Bastion Holding, maar de individuele Bastion hotels zijn op grond van de licentievoorwaarden “vertoner”. Dat Bastion Holding de volledige factuur van alle licentiebedragen voldoet, maakt Bastion Holding nog niet contractspartij. Videma wordt in overweging gegeven om met Bastion Holding een centrale overeenkomst te sluiten.

 

AUTEURSRECHT 

 

Videma is een cbo en oefent in opdracht van rechthebbenden op filmwerken auteursrechten uit met betrekking tot de vertoning van tv-programma's en de de doorgifte in onder meer recreatiebedrijven, hotels, cafés en zorginstellingen. Bastion groep exploiteert 34 hotels. Er is een factuur gestuurd voor betaling van €190.265,14 en dat daarop een voorwaardelijke betalingskorting van €78.504,04 is toegepast mits vóór 22 juni 2023 is betaald.


Bastion Holding stelt dat de afzonderlijke hotels binnen Groep zijn ondergebracht in afzonderlijke vennootschappen die de licenties van Videma afnemen. Dat Videma het totale licentiebedrag, de optelsom van alle licenties van de afzonderlijke hotelvestigingen, jaarlijks op één factuur aan Bastion Holding stuurt, maakt Bastion Holding nog niet tot contractspartij van Videma.

 

De individuele Bastion hotels zijn op grond van de Licentievoorwaarden “vertoner” dus verplicht tot betaling van de aan de licentie verbonden vergoeding en in beginsel dus niet Bastion Holding.


De rechtbank realiseert zich dat de hiervoor genoemde uitkomst niet praktisch is nu dit betekent dat Videma de afzonderlijke Bastion hotels zal moeten aanspreken op de vervallen betalingskorting vanwege het niet tijdig betalen van de licentievergoedingen. Er is immers nog niet geoordeeld over de vraag of die vervallen korting verschuldigd is.


Wanneer Videma de afzonderlijke Bastion-hotels in rechte aanspreekt, zal dat voor alle betrokken partijen extra kosten met zich meebrengen. De rechtbank raadt partijen aan om een praktische oplossing te zoeken in een minnelijke schikking. Videma wordt in overweging gegeven om een centrale overeenkomst te sluiten, zodat de wederzijdse verplichtingen bij eventuele toekomstige geschillen duidelijk zijn.


Vorderingen worden afgewezen, Videma wordt in de proceskosten van €6.695,00 gewezen.

 

IEPT20240809, Rb Amsterdam, Videma v Bastion Groep

 

ECLI:NL:RBAMS:2024:5018