Incidentele vorderingen ex artikelen 223 Rv en 843a Rv afgewezen. Gedaagden verklaard geen rechten op het bouwsysteem of bestanden en beroept zich evenmin op een IE-recht. Waardoor er onvoldoende belang is bij een wapperverbod voor de duur van de procedure, noch een rechtmatig belang bij gevraagde inzage van de stukken.
VOORLOPIGE MAATREGELEN - EXHIBITIE
Partijen werkten samen aan de ontwikkeling van woonunits voor het project [projectnaam], wat resulteerde in een demo-unit en bijbehorende digitale bestanden. Na beëindiging van de samenwerking stelt [eiseres] dat [gedaagden] verplicht is de demo-unit en bestanden aan haar te leveren, wat [gedaagden] weigert, wat volgens [eiseres] onrechtmatig is. Daarnaast beschuldigt [eiseres] [gedaagden] ervan zonder onderbouwing intellectuele eigendomsrechten te claimen op de bestanden en demo-unit, wat de zakelijke relaties van [eiseres] schaadt. In de rechtszaak eist [eiseres] een verklaring dat [gedaagden] onrechtmatig heeft gehandeld, een verbod op verdere publicaties hierover, en dat [gedaagden] de demo-unit en bestanden aan haar verstrekt.
In het incident ex artikel 223 Rv vraagt [eiseres] de rechtbank om een voorlopige voorziening in de vorm van een wapperverbod tegen [gedaagden], zodat [gedaagden] geen mededelingen meer doet over het claimen van intellectuele eigendomsrechten op de digitale bestanden, demo-woonunit en het bouwsysteem, en over vermeende inbreuken door [eiseres]. De rechtbank wijst deze aanvraag af, omdat [eiseres] onvoldoende belang heeft bij de gevraagde maatregel. [Gedagden] heeft verklaard geen rechten op het bouwsysteem of de bestanden te claimen, en [eiseres] heeft geen bewijs geleverd dat [gedaagden] dergelijke mededelingen al heeft gedaan. De rechtbank oordeelt dat het belang van [eiseres] bij het verbod ontbreekt, waardoor de inhoudelijke beoordeling van de maatregel niet nodig is.
Gedaagden erkent dat het bouwsysteem volgens haar niet beschermd is met IE-rechten. Dat staat dus niet (meer) ter discussie tussen partijen. Verder voert gedaagden aan dat zij zich niet beroept op een intellectueel eigendomsrecht tegenover eiseres en ook niet het standpunt inneemt dat eiseres daar inbreuk op maakt. Dit betekent dat eiseres zich niet zal hoeven te verweren tegen vermeende inbreuken op intellectuele eigendomsrechten, waardoor het door haar gestelde belang voor de gevorderde inzage van de stukken is komen te vervallen.
