
LinXis, een biotechnologiebedrijf, heeft een rechtszaak aangespannen om vast te laten stellen dat [naam 1] geen uitvinder is van bepaalde octrooien en geen aanspraak erop maakt. LinXis eist ook schadevergoeding voor wanprestatie, inclusief verduisterde bedragen door een voormalige boekhouder. In reconventie eist [naam 1] erkenning als mede-uitvinder en overdracht van een deel van de octrooien. Verder vordert [naam 1] betaling van managementvergoedingen. De rechtbank heeft gedaagde toegestaan om medebestuurders en de boekhouder in vrijwaring te dagvaarden voor hun bijdrage aan de geleden schade.
LinXis is een biotechnologiebedrijf dat zich richt op de ontwikkeling van middelen voor de behandeling van levensbedreigende ziekten. X is tot 2019 in verschillende hoedanigheden betrokken geweest bij LinXis. In dit kader zijn drie elkaar opvolgende managementovereenkomsten gesloten. De Rechbank Amsterdam heeft vastgesteld dat er sprake was van gewichtige redenen op grond waarvan LinXis de overeenkomst mocht opzeggen.
In conventie vordert LinXis dat de rechtbank vaststelt dat [naam 1] geen uitvinder is van en geen aanspraak maakt op de Octrooien. Verder vraagt LinXis de rechtbank om [naam 1] te verplichten zijn naam van de uitvinderslijst te laten verwijderen en te verbieden dat [naam 1] zich tegenover derden presenteert als uitvinder of aanspraak maakt op de Octrooien. Daarnaast eist LinXis een verklaring dat [bedrijfsnaam 1] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen en dat [naam 1] onrechtmatig heeft gehandeld. LinXis wil dat [naam 1] c.s. hoofdelijk wordt veroordeeld voor de geleden schade, inclusief bedragen die zijn verduisterd door een voormalige boekhouder en de kosten van het ontslag van [naam 1] als CEO en juridische procedures. LinXis eist ook terugbetaling van betaalde managementvergoedingen en veroordeling van [naam 1] c.s. in de proceskosten.
In reconventie vordert X c.s. dat de rechtbank vaststelt dat [naam 1] mede-uitvinder is van de Octrooien en recht heeft op een deel van de Octrooien. Daarnaast eist [naam 1] dat LinXis wordt verplicht dit deel van de Octrooien aan hem over te dragen, waarbij het vonnis dezelfde kracht moet hebben als een notariële akte van overdracht. Ook wordt gevorderd dat LinXis opdracht geeft aan octrooibureaus om [naam 1] te registreren als uitvinder en mede-houder van de Octrooien. Verder eist [naam 1] dat LinXis een vergoeding betaalt aan [bedrijfsnaam 1] op basis van de managementovereenkomst, of subsidiair dat artikel 6.3 van de overeenkomst blijft gelden en dat LinXis verplicht is om de vergoeding te betalen. Tot slot wordt veroordeling van LinXis in de proceskosten, vermeerderd met wettelijke rente, gevorderd.
Vrijwaring mede-bestuurder
Voor zover vast komt te staan dat [naam 1] c.s. jegens LinXis aansprakelijk is voor onbehoorlijk bestuur, stelt [naam 1] c.s. dat alle bestuurders uit hoofde van artikel 2:9 BW verantwoordelijkheid dragen voor de algemene gang van zaken. Voor zover de verwijten die aan de aansprakelijkheid van [naam 1] c.s. ten grondslag liggen de algemene gang van zaken betreffen, is [naam 2] c.s. daarvoor evenzeer aansprakelijk.
Daarmee is voldoende gesteld en onderbouwd dat tussen haar en [naam 2] en middellijk via Rufus BV en Alea BV een rechtsverhouding kan bestaan op grond waarvan zij regres kan nemen op [naam 2] c.s. ter zake van de schade van LinXis voor het gedeelte dat [naam 2] c.s. heeft bijgedragen aan het ontstaan van die schade. Daarmee is aan de vereisten voor oproeping in vrijwaring voldaan.
Vrijwaring van boekhouder
In deze procedure vordert LinXis een vaststelling dat de schade door het tekortschieten en/of onrechtmatig handelen van [naam 1] c.s. minstens de door de voormalige boekhouder, [naam 3] c.s., ontvreemde bedragen omvat. [Naam 3] c.s. is in 2020 veroordeeld voor financiële fraude bij LinXis en moet € 200.000,- terugbetalen. LinXis stelt dat [naam 1] c.s. aansprakelijk is voor het nalaten van toezicht, wat een zelfstandig verwijt vormt. Hierdoor zou de schade niet beperkt zijn tot het bedrag waarvoor [naam 3] c.s. is veroordeeld. Als [naam 1] c.s. aansprakelijk wordt bevonden, kan zij regres nemen op [naam 3] c.s. voor het bedrag dat [naam 3] c.s. bijdroeg aan de schade. Hiermee is voldaan aan de voorwaarden voor het oproepen in vrijwaring van [naam 3] c.s.
De rechtbank staat gedaagde toe om [naam 2], Rufus BV, Alea BV en de boekhouder in vrijwaring te doen dagvaarden.