
Viday, een videobedrijf, vorderde een verklaring dat de handelsnaam "Viday" aan haar toebehoort en €15.103,13 wegens onrechtmatige onttrekkingen door gedaagde. Gedaagde stelde houder van de naam te zijn en bood eerder een licentie aan. De domeinnaam is inmiddels op naam van Viday geregistreerd.
De rechtbank oordeelt dat gedaagde geen handelsnaamrechten heeft, omdat domeinregistratie geen handelsnaamrecht creëert en er geen gebruik of contractuele afspraken zijn bewezen. De handelsnaamrechten behoren toe aan Viday. De vordering van €15.103,13 wordt afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing.
Hoewel Viday enkele vorderingen introk, waren deze bij aanvang niet evident ongegrond. De proceskostenopgave van gedaagde voldeed echter niet aan de vereisten van artikel 1019h Rv, waardoor de kosten worden begroot volgens het liquidatietarief op €1.535, plus griffierecht en nakosten. De overige vorderingen van Viday zijn afgewezen.
Viday is een videobedrijf dat films, commercials en documentaires maakt, zij is een voorzetting van een inmiddels verbroken samenwerking met gedaagde. Op reactie tot verzoek van overdracht domeinnaam, heeft gedaagde gereageerd dat hij houder is van concept en de naam en hij stilzwijgend een gebruiksrecht heeft gegeven, waarvoor administratiekosten werden doorbelast en bood nu een licentie onder voorwaarden aan. Daarover is onderhandeld. De domeinnaam is per 26 januari 2024 bij SIDN geregistreerd op naam van Viday.
Zij vordert nu nog verklaring voor recht dat de handelsnaam aan Viday toekomt en €15.103,13 aan onrechtmatige onttrekkingen. Viday wil voorkomen dat gedaagde alsnog een gebruikersvergoeding gaat vragen zoals hij dat voorheen deed.
De rechtbank oordeelt dat gedaagde geen handelsnaamrechten heeft op "Viday". Domeinregistratie alleen creëert geen handelsnaamrecht, en gedaagde heeft de naam niet gebruikt voor een onderneming of overdracht/licentiëring bewezen. Er zijn ook geen contractuele afspraken aangetoond over het gebruik van de naam. De handelsnaamrechten behoren daarom toe aan Viday, die deze rechtmatig voert.
De rechtbank is van oordeel dat Viday – tegenover de gemotiveerde betwisting – onvoldoende heeft onderbouwd dat Viday een vordering uit hoofde van onverschuldigde betaling heeft op gedaagde. De enige onderbouwing van de vordering is het in 2020 opgestelde Excel-overzicht. Daaruit kan niet worden afgeleid of dit inderdaad betalingen zijn vanaf het PayPal-account, door wie deze betalingen zijn gedaan en of deze betalingen van de zakelijke rekening van Viday zijn afgeschreven.
Proceskosten
De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van een situatie waarin Viday het instellen van haar vorderingen, gelet op de evidente ongegrondheid daarvan, achterwege had moeten laten. Weliswaar heeft zij haar vordering inzake de overdracht van de domeinnaam viday.nl in de loop van de procedure ingetrokken en heeft de rechtbank de gevorderde verklaring voor recht vordering wegens gebrek aan belang afgewezen, maar op het moment van dagvaarden was haar vordering niet evident ongegrond. [gedaagde] had op dat moment de domeinnaam immers nog niet overgedragen, bleef aanspraak maken op zijn vermeende intellectuele eigendomsrechten op de naam Viday en had geen onthoudingsverklaring getekend.
De werkzaamheden die advocaat van gedaagde heeft verricht, zijn daarin echter niet concreet omschreven in de opgave volgens 1019h Rv, zodat deze niet kunnen worden toegewezen. Deze worden begroot conform het liquidatietarief op €1.535, met griffierecht: €1.301 en nakosten.
De vorderingen van Viday zijn afgewezen.