Databankrechten op de door geïntimeerde gebruikte wekelijkse oudere Top-40 hitlijsten zijn vervallen. Partijen zijn het erover eens dat de rechten op afzonderlijke lijsten na 15 jaar vervallen, zodat de Stichting de publicatie van deze oudere lijsten niet kan verbieden. Vordering inbreuk nieuwe databankrechten op het Online Archief door substantiële aanpassingen in 2013, 2019, 2020 en 2023 afgewezen. De Stichting heeft niet aangetoond dat geïntimeerde de hitlijsten van na 2013 uit het Online Archief heeft opgevraagd of hergebruikt. De verklaring van geïntimeerde dat hij de lijsten via een zip-bestand heeft verkregen, wordt door de Stichting niet betwist. Het hof bevestigt het eerdere vonnis en legt de proceskosten vast op €10.000, gezien de schikking over het merkrechtelijke deel van de zaak.
DATABANKENRECHT
Top 40-stichting is opgericht in 1974 en houdt zich bezig met het wekelijks samenstellen van de Top 40-hitlijsten. zij heeft online archief samengesteld vanaf januari 1965 van haarzelf dan wel haar rechtsvoorgangers. Geïntimeerde bezit twee online radiostations, namelijk NED.fm en JOOWFM.es die zich primair richten op Nederlanders en Vlamingen in respectievelijk de VS en Spanje. Onder de aanduiding “De Top 40 toen” publiceert zij Top 40-hitlijsten van meer dan 15 jaar geleden die op de hiervoor genoemde radiostations worden uitgezonden.
Partijen zijn het eens dat de rechten op de Top 40-hitlijsten als afzonderlijke databanken vijftien jaar na 1 januari volgend op het tijdstip van voltooiing vervallen (artikel 6 lid 1 van de Databankenwet). De hitlijsten die [geïntimeerde] publiceerde, vallen buiten deze periode. Daarom kan de Stichting het gebruik van deze oude lijsten niet verbieden op basis van databankrechten.
De in het Online Archief opgenomen hitlijsten is een databank die nog niet is voltooid en de vervaltermijn nog niet is aangevangen. Echter als wordt aangesloten bij artikel 6 lid 1, dan is er dus ook nog geen databankrecht ontstaan waarop een beroep kan worden gedaan. Eventueel aanhaken bij lid 2, namelijk het tijdstip waarop een onvoltooide databank voor het eerst ter beschikking van het publiek wordt gesteld, is niet gesteld.
De Stichting claimt nieuwe databankrechten op het Online Archief door substantiële wijzigingen in 2013, 2019, 2020 en 2023, waardoor rechten volgens haar tot 2038 doorlopen. Het hof stelt echter dat de Stichting moet bewijzen dat [geïntimeerde] de lijsten na 2013 uit het Online Archief heeft gehaald. De Stichting heeft dit niet bewezen; [geïntimeerde] verklaart de lijsten via een zip-bestand van een derde te hebben verkregen, wat de Stichting niet betwistte. De Stichting heeft verder geen bewijs geleverd om haar claim te ondersteunen.
Proceskostenveroordeling tot €20.000, maar omdat het merkenrechtelijke deel is geschikt begroot het hof de proceskosten voor het resterende te begroten op de helft hiervan, €10.000.
Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep IEPT20230607.