De rechtbank Den Haag heeft zich in deze ex parte-verzoeken gebogen over een geschil betreffende vermeende inbreuken op intellectuele eigendomsrechten van Cartier en Van Cleef & Arpels. Het is voldoende aannemelijk dat er sprake is van inbreuk, spoedeisendheid en de gevraagde maatregelen zijn proportioneel.
EX PARTE BEVEL
1. Aannemelijkheid van de inbreuk
De rechtbank oordeelt dat er geen reden is om te twijfelen aan de geldigheid van de rechten van verzoekster. Er is voldoende aannemelijk gemaakt dat gerekwestreerden inbreuk maken op deze rechten, althans dat de vereiste rechtsbetrekking bestaat volgens artikel 843a Rv. Dit voorlopige oordeel is gebaseerd op summier onderzoek waarbij alleen verzoekster is gehoord, wat gebruikelijk is bij verzoeken tot beslag, monsterneming en beschrijving.
2. Spoedeisendheid van het gevraagde bevel
Het spoedeisend belang van verzoekster en de aannemelijkheid van de inbreuk rechtvaardigen de toewijzing van het bevel zonder dat de gerekwestreerden vooraf worden gehoord.
3. Proportionaliteit en subsidiariteit
Het gevraagde verlof voor beslag, monsterneming en beschrijving is proportioneel en subsidiariteit is voldoende gewaarborgd. De maatregelen kunnen niet op een minder ingrijpende manier worden uitgevoerd zonder afbreuk te doen aan de belangen van verzoekster.
De rechtbank acht de gestelde inbreuken voldoende aannemelijk en heeft spoedeisende en proportionele maatregelen toegewezen ter bescherming van de IE-rechten van verzoekster.
De gerekwestreerden worden bevolen om onmiddellijk na betekening van de beschikking de inbreuken op de Merken (in de Benelux) en de Auteursrechten (in Nederland) te staken en gestaakt te houden. Het bevel omvat onder meer het verbod om inbreukmakende producten te produceren, verkopen, aanbieden of anderszins te verhandelen op last van dwangsom verschuldigd van € 5.000 per dag (of gedeelte daarvan) of € 1.000 per inbreukmakend product, met een maximum van € 500.000.
Lees hier de twee toegewezen ex parte verzoeken