Onrechtmatige concurrentie door klanten te benaderen na opzegging softwaresamenwerking apotheeksorteerkasten
21-11-2024 Print this page
Pharmaned levert sorteerkasten aan apotheken en liet de software hiervoor ontwikkelen door Crolox. Na een geschil over vooruitbetaling beëindigde Crolox de samenwerking, waarna Pharmaned nieuwe software liet maken. Pharmaned beschuldigt Crolox van onrechtmatige concurrentie door haar klanten te benaderen en onjuiste informatie te verspreiden, terwijl Crolox op haar beurt Pharmaned beschuldigt van negatieve uitlatingen. De rechter oordeelt dat Crolox onrechtmatig heeft gehandeld door klanten met lopende contracten te benaderen en wijst een verbod op dit gedrag toe. De rechter acht echter onvoldoende bewezen dat beide partijen zich onjuist hebben uitgelaten en wijst die vorderingen af.
ONEERLIJKE CONCURRENTIE
Pharmaned levert Odessa-sorteerkasten aan apotheken. Dit is een sorteersysteem voor het sorteren van medicatie(verpakkingen). De software voor dit systeem is in opdracht van Pharmaned ontwikkeld door Crolox, waarvoor zij eenmalige en jaarlijkse kosten per sorteerkast betaalt.
Er ontstond een geschil tussen beide partijen over de termijn voor vooruitbetaling, waarna Crolox de samenwerking heeft opgezegd. Pharmaned schakelde een ander bedrijf in voor nieuwe software. Pharmaned beweert dat Crolox haar klanten actief benadert voor rechtstreekse overeenkomsten en daarbij onjuiste informatie over Pharmaned verstrekt. Dit zou volgens Pharmaned neerkomen op onrechtmatige concurrentie, waarvoor zij een verbod eist.
Crolox stelt in haar verweer dat Pharmaned zich onjuist en negatief over haar uitlaat en vordert op haar beurt een verbod op dit gedrag.
De voorzieningenrechter oordeelt voorlopig dat er sprake is van onrechtmatige concurrentie. Crolox heeft de samenwerking beëindigd en daarna actief klanten met lopende contracten met Pharmaned – die zij kende door de samenwerking – benaderd om rechtstreeks met haar zaken te doen. Dit verbod op onrechtmatige concurrentie wordt toegewezen.
Volgens de voorzieningenrechter is onvoldoende gebleken dat beide partijen onjuiste uitlatingen over elkaar hebben gedaan. Daarom worden de gevorderde verboden op dergelijke uitlatingen, zowel in conventie als reconventie, afgewezen.
