
Werknemer heeft zijn arbeidsovereenkomst met dakkapellenproducent WBB opgezegd en is voor de concurrent gaan werken. WBB wil dat de vernietiging van het concurrentiebeding wordt teruggedraaid en dat de werknemer wordt veroordeeld tot betaling van boetes vanwege overtreding van het concurrentiebeding, het relatiebeding, het geheimhoudingsbeding of het anti-ronselbeding.
WBB heeft niet toegelicht dat werknemer door zijn functie op de hoogte is van essentiële relevante (commerciële en technische) informatie of van informatie over unieke werkprocessen en strategieën en hij deze kennis ten behoeve van zijn nieuwe werkgever kan gebruiken, waardoor de nieuwe werkgever in de concurrentieslag met de oude werkgever in het voordeel is, of bijvoorbeeld doordat de werknemer zo intensief samenwerkt met bepaalde klanten van de oude werkgever dat deze klanten overstappen naar diens nieuwe werkgever. Terechte vernietiging concurrentiebeding, geen strijd met relatiebeding, geheimhoudingsbeding en anti-ronselbeding niet gebleken.
Concurrentiebeding is terecht vernietigd
[de werknemer] heeft aangedragen dat hij in zijn uitvoerende functie niet op de hoogte is van essentiële relevante (commerciële en technische) informatie of informatie over unieke werkprocessen en strategieën. Om die reden belemmert het concurrentiebeding hem onbillijk in zijn (grondwettelijk gewaarborgde) mogelijkheden over te stappen naar ander werk, nu hij bij Scheer een positieverbetering kon bereiken, qua salaris en pensioenvoorziening.
de werknemer] heeft aangevoerd dat hij er niet van op de hoogte is dat WBB haar dakkapellen op een fundamenteel andere manier bouwt dan andere bouwers. Ook Scheer gebruikte het dampdoorlatende folie en de groene platen toen [de werknemer] daar kwam werken en in de korte tijd dat hij er werkte is er, voor zover hij weet, niets veranderd in de wijze van werken.
Geen overtreding relatiebeding
Volgens WBB is aannemelijk dat [de werknemer] , op grond van de opgedane kennis bij WBB, makkelijker toegang krijgt tot de klanten en relaties van WBB, wat Scheer een voordeel zou verschaffen. [de werknemer] heeft betwist dat hij beschikt over specifieke kennis en dat hij klantencontact had.
Er is op geen enkele manier onderbouwd dat [de werknemer] zaken doet met, werkzaam is voor of betrokken is bij klanten van WBB. Ook is niet onderbouwd dat [de werknemer] relaties heeft bewogen de band met WBB te verbreken, dan wel dat WBB daar terecht voor moet vrezen. Overtreding van het relatiebeding is daarmee niet vast komen te staan.
Geheimhoudingsbeding
WBB heeft niet aangetoond dat [de werknemer] het geheimhoudingsbeding heeft overtreden. Hoewel de foto’s wijzen op een vergelijkbare werkwijze tussen WBB en Scheer, verklaarde [de werknemer] dat Scheer deze methode al gebruikte vóór zijn komst. De foto’s zijn niet gedateerd, waardoor niet vastgesteld kan worden of ze van voor of na zijn indiensttreding bij Scheer stammen. Zelfs als ze van daarna dateren, bewijzen ze niet dat [de werknemer] informatie in strijd met het beding heeft gedeeld. Bovendien heeft WBB niet bewezen dat de werkwijze, zoals het gebruik van dampdoorlatende folie en groene platen, als uniek werkproces kan worden aangemerkt. De gelijkenis in werkwijze kan dus niet zonder meer als een overtreding van het geheimhoudingsbeding worden gezien.
Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank en veroordeelt WBB tot betaling van proceskosten.