Stappenplan voor onderhandeling licentie Pictoright over Facebook en Instagram-posts

27-11-2024 Print this page
IEPT20241120, Rb Amsterdam, Pictoright v Meta

Facebook en Instagram zijn onlinediensten voor delen van inhoud vgl. art. 29c Aw: Pictoright stelt dat er sprake is van een 'value gap', doel in mission statement Meta doet niet af aan het feit dat de werking van de platforms onder doel van art. 29c Aw valt, aanbieden automatische ordenstructuur valt onder categorisering, basisgedachte dat makers meedelen in de winst die door hun werk door platforms wordt gemaakt is van toepassing. Onderhandelingen benodigde licentie door impasse stukgelopen: onderzoek naar aanwezigheid Pictoright-repetoire op platforms noodzakelijk, Data Discovery als methode onvoldoende inzichtelijk voor Pictoright, tegenvoorstellen Pictoright onvoldoende onderbouwd. Eindvonnis volgt, indien nodig, later: rechtbank bepaalt ambtshalve vijfstappenplan voor voortzetting zaak, deskundigenonderzoek naar Data Discovery vereist. 

 

AUTEURSRECHT - LICENTIES

 

Pictoright zij beheert de auteursrechten van de bij haar aangesloten beeldmakers. Meta exploiteert de social media-platforms Facebook en Instagram.

 

De rechtbank beschouwt deze diensten als aanbod van een online dienst voor het delen van inhoud zoals bedoeld in de zogenaamde DSM-richtlijn en het daarop gebaseerde art. 29c Aw. Art. 17 van de DSM-richtlijn beoogt te bevorderen dat er licenties worden gesloten, zodat auteursrechthebbenden een passende vergoeding ontvangen voor het gebruik van hun werk op online platforms. De rechtbank oordeelt dat Meta een licentie nodig heeft, zodat auteursrechthebbenden een passende vergoeding ontvangen voor het gebruik van hun werk op online platforms.


Volgens Pictoright worden miljardenwinsten via platforms zoals YouTube en Facebook verdiend aan het vertonen van advertenties rondom auteursrechtelijk beschermd materiaal, zonder dat de makers van dat materiaal daarin meedelen. In de literatuur is dit bekend geworden als de "value gap". Art. 17 DSM-richtlijn en het daarop gebaseerde art. 29c Aw beogen dat de makers daarvoor een passende vergoeding ontvangen.


Sinds 2021 hebben partijen gesprekken gevoerd over een collectieve licentieovereenkomst. Deze is niet tot stand gekomen.


De beoordeling – de onderhandelingen over een licentie

De zaak draait om de vraag of Meta zich naar beste vermogen heeft ingespannen om een licentieovereenkomst te sluiten met Pictoright voor het gebruik van werken op Facebook en Instagram. Na de implementatie van de DSM-richtlijn in Nederland heeft Pictoright herhaaldelijk contact gezocht met Meta, maar Meta reageerde pas maanden later. Onderhandelingen omvatten een NDA, gesprekken over een Memorandum of Understanding (MOU), en een Data Discovery-proces, waarmee Meta de aanwezigheid van het Pictoright-repertoire op haar platforms wilde vaststellen. Pictoright twijfelde aan de betrouwbaarheid van de gebruikte tool en stelde alternatieve vergoedingsmodellen voor, zoals een bedrag per gebruiker, maar partijen bereikten geen overeenstemming.

 

De rechtbank concludeert dat beide partijen voorstellen deden die voor de ander onacceptabel waren, wat leidde tot een impasse. Meta baseerde haar benadering op economische waarde en hield vast aan Data Discovery, terwijl Pictoright dit proces onbetrouwbaar vond. Pictorights eigen licentievoorstel werd door Meta verworpen als onvoldoende onderbouwd en onvergelijkbaar met andere situaties.

 

De rechtbank erkent dat Meta niet proactief contact zocht en traag reageerde, maar oordeelt dat deze tekortkomingen niet ernstig genoeg zijn om te stellen dat Meta zich niet naar beste vermogen heeft ingespannen. Tegelijkertijd wordt getwijfeld aan de bruikbaarheid en transparantie van Meta's methode om de economische waarde vast te stellen. Een deskundige zal hierover advies geven en mogelijke alternatieven onderzoeken. Afhankelijk van deze bevindingen kan Meta mogelijk aansprakelijk zijn voor schadevergoeding.


De rechtbank wenst eerst een toelichting van Meta te ontvangen op de methode die zij wil gebruiken om de economische waarde te berekenen van het gebruik van de werken van de makers die bij Pictoright zijn aangesloten. Verder is de rechtbank van plan een of meer deskundigen te benoemen. Nadat de deskundigen hebben gerapporteerd, naar aanleiding van het gepresenteerde stappenplan en beantwoording van vragen, kunnen partijen verder onderhandelen over een licentie. Afhankelijk van hoe dat verloopt zal de rechtbank zo nodig na een nadere mondelinge behandeling eindvonnis wijzen.


De rechtbank geeft een vijfstappenplan voor de voortzetting en verwijst de zaak naar de rol.

 

IEPT20241120, Rb Amsterdam, Pictoright v Meta

ECLI:NL:RBAMS:2024:6885