De rechtbank heeft geoordeeld dat Top Team het non-concurrentie- en relatiebeding uit de samenwerkingsovereenkomst met FZB heeft geschonden. Deze overtreding vond plaats tussen april en september 2022, waarbij Top Team op 127 dagen werkzaamheden verrichtte voor GGZ Almere, destijds een klant van FZB. De schending werd vastgesteld in een eerder tussenvonnis, waarin werd geconcludeerd dat de werkzaamheden van Top Team soortgelijk waren aan die van FZB. De rechtbank heeft nieuw verweer van Top Team, dat het niet om soortgelijke werkzaamheden ging, afgewezen omdat dit te laat is ingediend.
BOETEBEDING - SAMENWERKINGSOVEREENKOMST - CONCURRENTIEBEDING
Voor deze overtreding heeft FZB een boete gevorderd van € 845.000,- dan wel € 422.500,-, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat Top Team slechts één keer boeteplichtig is. Dit komt doordat de overtreding van het non-concurrentie- en relatiebeding voortvloeit uit dezelfde gedraging: het uitvoeren van soortgelijke werkzaamheden bij een klant van FZB. De rechtbank oordeelde dat een dubbele boete voor één gedraging niet redelijk is en dat Top Team in beginsel een boete verschuldigd is van € 332.500,-.
Top Team heeft vervolgens om matiging van de boete gevraagd. De rechtbank heeft deze matiging toegewezen, omdat het oorspronkelijke bedrag buitensporig en onaanvaardbaar hoog werd geacht in verhouding tot de door FZB geleden schade. FZB stelde dat zij door de overtreding minder diensten bij GGZ Almere heeft kunnen verrichten. Op basis van facturen en het gehanteerde tarief en winstmarge van FZB werd de schade geschat op minder dan 9% van de oorspronkelijke boete. Daarom heeft de rechtbank de boete gematigd tot € 90.000,-, een bedrag dat beter aansluit bij de werkelijke schade. Top Team is verplicht dit bedrag aan FZB te betalen.
