Ex-werknemer moet laadpaal, zonder vergoeding, teruggeven

03-01-2025 Print this page
IEPT20241204, Rb Zeeland-West-Brabant, De maatschap

De werkgever eist een boete wegens schending van het concurrentiebeding, schadevergoeding voor het verlies van klanten, en aansprakelijkheid voor een misgelopen TVL, maar deze worden afgewezen wegens gebrek aan bewijs van overtredingen of fouten door de werknemer. Wel wordt terugbetaling van €7.709,61 aan studiekosten toegewezen. Afgewezen vergoeding voor een laadpaal, al moet de werknemer de laadpaal wel teruggeven. Het concurrentiebeding wordt beperkt tot twee jaar na het dienstverband, maar de vernietiging van het relatiebeding wordt afgewezen. Proceskosten worden gecompenseerd en het beslag op de auto van de werknemer wordt opgeheven.

 

CONCURRENTIEBEDING

 

Werkgever vraagt een boete van de werknemer voor overtreding van het concurrentiebeding, maar deze eis wordt afgewezen omdat niet duidelijk is welke taken werknemer deed buiten zijn rol als controller. Er ontbreekt uitleg dat de werknemer met zijn bedrijf hetzelfde werk doet als werkgever of het concurrentiebeding hierdoor heeft overtreden.    

Werkgever claimt ook een schadevergoeding voor het vertrek van 13 klanten en het gebruik van personeel om dit te beperken, maar dit wordt afgewezen omdat werknemer niet bewust roekeloos handelde, ondanks fouten.


Ook vordert werkgever een schadevergoeding van werknemer, omdat zij aansprakelijk is gesteld door een klant voor het mislopen van een TVL. Die vordering wordt afgewezen. Er is niet gebleken van fouten door werknemer. Werkgever vordert daarnaast terugbetaling van de studiekosten op grond van afspraken. Er is niet gebleken van kosten voor verplichte scholing. Die vordering wordt toegewezen €13.174,82 (daarop komt €5.465,21 in mindering vanwege eindafrekening dienstverband). 
    

Werkgever vraagt een vergoeding voor een laadpaal, maar hoewel werknemer deze moet teruggeven, wordt financiële vergoeding afgewezen wegens het ontbreken van verzuim en een omzettingsverklaring.


In reconventie vordert werknemer vernietiging van het concurrentie- en relatiebeding. Afweging van de belangen van partijen leidt tot matiging van het concurrentiebeding in duur, namelijk tot twee jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst. Werkgever heeft recht op bescherming van haar bedrijfsdebiet, maar het verbod voor de duur van vijf jaar is te fors.    


Het verzoek tot vernietiging van het relatiebeding wordt afgewezen, omdat werknemer geen belang heeft aangetoond dat zwaarder weegt dan het belang van werkgever bij haar bedrijfsdebiet.


De kantonrechter - in conventie - veroordeelt [de werknemer] tot betaling van € 7.709,61 aan [de werkgever]. Proceskosten gecompenseerd. Het beslag op de Ford Ka van werknemer wordt opgeheven, concurrentiebeding wordt vernietigd en de duur van beding wordt beperkt tot twee naar na dienstverband.


ECLI:NL:RBZWB:2024:8381