Gebruik portret op Facebook valt niet onder uitzondering 19 lid 3 Aw

28-01-2025 Print this page
IEPT20241218, Rb Zeeland-West-Brabant, BIZ Middelharnis

[Eiser], een fotograaf, heeft het auteursrecht op een foto van [naam]. Tijdens de coronapandemie gebruikte de BIZ, een organisatie zonder winstoogmerk, deze foto zonder toestemming of naamsvermelding op Facebook om de onderneming van [naam] te promoten. Na een waarschuwing verwijdert de BIZ de foto, maar weigert schadevergoeding te betalen. Hierop spant [eiser] een rechtszaak aan. De rechter oordeelt dat digitaal gebruik van de foto niet onder de uitzondering van artikel 19 lid 3 Auteurswet valt en dat de BIZ inbreuk maakt op het auteursrecht. Het gevorderde bedrag wordt deels afgewezen, omdat de zaak eenvoudig en van klein financieel belang is. Wel kent de rechter €567,52 toe voor buitengerechtelijke kosten.

 

AUTEURSRECHT


[Eiser], een professioneel fotograaf, heeft het auteursrecht op een portretfoto van [naam], gemaakt in 2019 voor een interview in een vakblad. De foto werd niet gepubliceerd bij het interview, maar is opgenomen in zijn beeldbank. Tijdens de coronapandemie plaatste de BIZ, een organisatie zonder winstoogmerk, de foto op haar Facebookpagina om de onderneming van [naam] te promoten, zonder toestemming van [eiser] of vermelding van zijn naam.

 

Na een waarschuwing van [eiser] verwijderde de BIZ de foto, maar weigerde schadevergoeding te betalen. Hierop spande [eiser] een rechtszaak aan en eiste €525 wegens inbreuk op zijn auteurs- en persoonlijkheidsrechten. Hij stelde dat de foto zonder zijn toestemming was gebruikt en dat het ontbreken van naamsvermelding hem schade had berokkend.

 

De BIZ voerde aan te goeder trouw te hebben gehandeld. Ze had de foto van [naam] zelf ontvangen en met haar toestemming geplaatst om haar onderneming te ondersteunen tijdens de coronacrisis. De BIZ meende dat het auteursrecht bij [naam] lag en stelde dat [eiser] dergelijke zaken als verdienmodel gebruikt.

 

De rechter oordeelde dat digitaal gebruik van de foto op Facebook niet valt onder de uitzondering van artikel 19 lid 3 Auteurswet, waarin alleen analoog gebruik zonder toestemming is toegestaan. Daarnaast voldeed de post niet aan de eis van naamsvermelding, waardoor de uitzondering niet van toepassing was.

 

Hoewel sprake was van een inbreuk, vond de rechter de zaak eenvoudig en van gering financieel belang, mede doordat de BIZ de foto direct verwijderde. De proceskostenvergoeding werd daarom beperkt tot het normale liquidatietarief. Wel kende de rechter €567,52 toe voor buitengerechtelijke incassokosten, omdat de BIZ ondanks herhaalde aanmaningen geen schadevergoeding betaalde.

 

ECLI:NL:RBZWB:2024:9224