
Klacht over de advocaat van de wederpartij. Klacht over gestelde belangenverstrengeling. De raad verklaart de klacht ongegrond. Klagers hadden een foto van client van verweerster op haar website geplaatst en werd daarop aangesproken tot verwijdering en schadevergoeding van€1.600. Klager meent dat verweerster niet namens K mocht optreden nu zij een zakelijke- en privérelatie hebben.
TUCHTRECHT
Uit de website blijkt dat dit echtpaar actief samen invulling geeft aan de website. Tevens is Mr. D is tevens eigenaar van het kantoor waar verweerster werkzaam is. Verweerster behartigt daarmee in feite de privébelangen van haar werkgever. Mr. D kan als leidinggevende een bepaalde druk uitoefenen op verweerster. Een werkgever/werknemer-relatie is per definitie geen gelijkwaardige relatie. Partijen hebben een schikking getroffen.
De klacht tegen verweerster betreft de vermeende schending van haar onafhankelijkheid (gedragsregel 2) omdat zij een cliënt bijstond die een relatie heeft met haar werkgever. De raad stelt echter vast dat er geen regel bestaat die advocaten verbiedt om een collega of werkgever bij te staan, mits de onafhankelijkheid in de uitoefening van het beroep niet in gevaar komt. Uit de omstandigheden blijkt geen gebrek aan onafhankelijkheid van verweerster.
De raad benadrukt dat verweerster regelmatig vergelijkbare zaken behandelt, waardoor haar betrokkenheid geen uitzondering of louter een "vriendendienst" is. Ook de hoogte van het schikkingsbedrag en de aansprakelijkheidstelling tonen geen afhankelijkheid aan. Nu er geen bewijs is van schending van gedragsregels of tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, wordt de klacht ongegrond verklaard.