
Eiseres is een instelling voor ambulante jeugdhulpverlening. Gedaagde werkte in 2024 als gedragswetenschapper. Na beëindiging van de samenwerking, zo stelt eiseres, zijn (ouders van) cliënten benaderd met suggestieve berichten en onjuiste informatie over eiseres en is aangemoedigd bij Inspectie Volksgezondheid klachten in te dienen. Hiermee heeft [gedaagde] onrechtmatig gehandeld en er is sprake van een (postcontractuele) schending van de professionele standaard die van haar als beroepsbeoefenaar (gedragswetenschapper) in de zorg mag worden verwacht.
PUBLICATIE
De rechter wijst het gevraagde verbod af, omdat er geen dreiging is van herhaling van onrechtmatig handelen door gedaagde. Hoewel gedaagde in november 2024 contact had met één cliënt, zijn moeder en zijn mentor over een specifiek onderwerp, is sindsdien niets voorgevallen. Het enkele feit dat gedaagde niet schriftelijk heeft toegezegd zich te onthouden van uitlatingen over eiseres is onvoldoende om een dreiging aan te nemen. Omdat er geen spoedeisend belang is, wordt de vordering afgewezen.
De rechtbank wijst de tegenvordering van [gedaagde] toe en oordeelt dat [eiseres] de Factuur en de buitengerechtelijke incassokosten moet betalen. De verweren van [eiseres] slagen niet:
- De betwisting van de uren in de Factuur is onvoldoende onderbouwd.
- Het argument dat [gedaagde] haar werk niet goed heeft uitgevoerd, is niet juridisch onderbouwd en komt te laat in de procedure.
- De verrekening met vermeende schade van [eiseres] wordt afgewezen, omdat deze schadevordering niet vaststaat.
De rechtbank erkent dat [eiseres] ernstige gevolgen ondervindt, zoals omzetverlies, maar er is geen vastgesteld causaal verband tussen de acties van [gedaagde] en de beweerde schade. Daarom wordt de betaling van de Factuur, inclusief rente en incassokosten, toegewezen.