
Opheffing conservatoire beslagen (bankbeslag, afgifte roerende zaken, bewijsbeslag). Artikel 705 Rv. Voorzieningenrechter heft beslagen integraal op. Geldigheid Uniemerk, artikel 138 lid 3 UMVo. Ouder recht van slechts plaatselijke betekenis. Schadebegroting raakt kant noch wal.
Cycle Growth, opgericht in juni 2024, drijft een onderneming in onder meer de verkoop en lease van (elektrische) bezorgfietsen op de Nederlandse markt. Ridefuture maakt onderdeel uit van de Rybit Group, ondernemingen die zich richten op de verkoop en lease van onder meer (elektrische) bezorgfietsen. Een joint venture Rybit en EBN hebben Uniebeeldmerk EBIKE4DELIVERY geregistreerd. Na faillissement heeft Cycle Growth activa en passiva inclusief IE-rechten overgenomen. Daarover is onduidelijkheid ontstaatn of deze wel of niet onderdeel van de boedel waren. In het beslagrekest stelt Ridefuture dat Cycle Growth grootschalige en voortdurende inbreuk maakt op het merkrecht van Ridefuture. Ridefuture begroot de door haar geleden schade in het beslagrekest op een bedrag van ongeveer 1,8 miljoen euro.
Cycle Growth vraagt om opheffing van de beslagen, omdat Ridefuture de voorzieningenrechter onvolledig heeft geïnformeerd over belangrijke standpunten en brievenwisselingen van en met de curator over de verwerving van IE-rechten. De rechter erkent dit tekort, maar ziet geen reden om de beslagen daarom op te heffen en behandelt de vorderingen inhoudelijk.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de door Ridefuture gelegde conservatoire beslagen op Cycle Growth volledig moeten worden opgeheven. Dit besluit is gebaseerd op een aantal overwegingen:
Geldigheid van het merk: Hoewel wordt uitgegaan van de geldigheid van het Uniemerk van Ridefuture, heeft Cycle Growth bescherming kunnen aantonen op basis van een ouder handelsnaamrecht onder artikel 138 lid 3 UMVo. Dit oudere recht (de handelsnaam en het logo "EBIKE4DELIVERY") heeft slechts plaatselijke betekenis en voldoet aan de voorwaarden van de Nederlandse Handelsnaamwet.
Merkinbreuk niet aannemelijk: De voorzieningenrechter acht het onvoldoende aannemelijk dat Cycle Growth inbreuk maakt op het merkrecht van Ridefuture. Cycle Growth gebruikt het teken primair als handelsnaam en niet als merk, en Ridefuture heeft onvoldoende bewijs geleverd om merkinbreuk in Nederland of andere Europese landen aan te tonen.
Ondeugdelijke schadeonderbouwing: De door Ridefuture gestelde schade door merkinbreuk raakt kant nog wal. De berekeningen zijn gebaseerd op onjuiste aannames, zoals een volledige winstderving van 100%, terwijl Ridefuture slechts indirect zou profiteren via een op te richten joint venture. De voorzieningenrechter beschouwt de schadeclaim als overdreven en niet realistisch.
Belangenafweging: De beslagen hebben de bedrijfsvoering van Cycle Growth ernstig belemmerd, terwijl Ridefuture onvoldoende heeft aangetoond dat zij een legitiem belang heeft bij handhaving van de beslagen. De rechter concludeert dat de beslagen vooral bedoeld lijken te zijn om Cycle Growth te frustreren.
Opheffing van de beslagen: De conservatoire beslagen op banktegoeden en roerende zaken van Cycle Growth worden volledig opgeheven. De rechter veroordeelt Ridefuture om de deurwaarder te instrueren de opheffing van de beslagen te communiceren, op straffe van een dwangsom.
De overige vorderingen van Cycle Growth zijn afgewezen omdat deze geen toegevoegde waarde hebben in de nieuwe situatie waarin de beslagen zijn opgeheven.
De voorzieningenrechter heft de op 8 januari 2025 ten laste van Cycle Growth gelegde conservatoire beslag tot afgifte op roerende zaken, Deutsche Bank AG gelegde conservatoire derdenbeslagen en gelegde conservatoire bewijsbeslag op.