Tuchtzaak artiestenmanager die advocaat artiest aanspreekt over vertrouwelijke informatie
04-03-2025 Print this page
Tuchtzaak gestart door een artiestenmanager die contact heeft gehad met advocaat van artiest, die vertrouwelijke informatie heeft ontvangen die nu tegen manager wordt gebruikt. Van een situatie waarin toepassing moet worden gegeven aan gedragsregel 15 is geen sprake. Daarvoor dient klager op enig moment de cliënt van verweerder te zijn geweest (15 lid 1 onder b). Dat is niet gebleken.
De klacht betreft het handelen van een advocaat (verweerder) in een zaak met de IJslandse cliënt J, die juridische bijstand zocht in een geschil met een muziekproducer en het televisieprogramma "Van passie naar droombaan". J had €10.000,- betaald voor deelname, maar de uitzending ging nooit door. Klager en D fungeerden als co-managers van J en hadden contact met verweerder over de zaak. Na een kennismakingsgesprek in juni 2018 werd alleen het geschil met de muziekproducer behandeld, wat in 2021 werd afgerond zonder betrokkenheid van klager. In 2022 vroeg J de advocaat om bijstand in een nieuw geschil tegen klager, omdat hij deze verantwoordelijk hield voor de deal met het televisieprogramma. Verweerder dagvaardde klager namens J.
Klager diende daarop een klacht in bij de deken, stellende dat verweerder vertrouwelijke informatie uit eerdere gesprekken met hem en J nu gebruikt in de zaak tegen hem. Hiermee zou verweerder de kernwaarden vertrouwelijkheid en partijdigheid hebben geschonden.
De klachtonderdelen a) en b) worden gezamenlijk beoordeeld. Klager verwijt verweerder dat hij J bijstaat in een procedure tegen hem, terwijl zij eerder samen vertrouwelijke informatie met verweerder deelden over een geschil. Hoewel klager de offerte van verweerder nooit heeft geaccepteerd en er formeel geen cliëntrelatie ontstond, meent hij dat door de gedeelde informatie toch sprake was van een advocaat/cliënt-verhouding.
De raad oordeelt echter dat klager nooit cliënt van verweerder is geweest, aangezien hij geen opdrachtovereenkomst sloot. Het contact met verweerder was uitsluitend in het belang van J, waarbij klager als co-manager fungeerde. Bovendien heeft klager tijdens de zitting erkend dat hij geen vertrouwelijke informatie over zijn eigen zaak heeft gedeeld. Daarom is er geen sprake van schending van de kernwaarden vertrouwelijkheid en partijdigheid, en worden de klachtonderdelen ongegrond verklaard.