HvJ EU: Richtlijnen verzetten zich tegen regelgeving waarbij naburige rechten van uitvoerende kunstenaars door werkgever worden geëxploiteerd
11-03-2025 Print this page
InfoSoc-richtlijn en verhuurrichtlijn moeten worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale regeling waarbij de naburige rechten van onder een administratiefrechtelijk statuut aangeworven uitvoerende kunstenaars voor de prestaties die zij in het kader van hun opdracht in dienst van die werkgever verrichten, zonder hun voorafgaande toestemming bij regelgeving worden overgedragen om door die werkgever te worden geëxploiteerd.
Zaak C-575/23 Nationaal Orkest van België
Uit MinBuza samenvatting: Hoewel wordt verwezen naar richtlijn 2019/790 en wordt verklaard dat die handeling in overeenstemming is met de richtlijn, wordt door de verwerende partij betoogd dat „de verzoekende partijen geen aanspraak kunnen maken op toepassing van de artikelen 18 tot en met 23 van de richtlijn, die uitsluitend betrekking hebben op kunstenaars die een contract voor de exploitatie van hun rechten hebben gesloten, en niet op kunstenaars met een statutaire aanstelling. De interveniërende partij betoogt dat het twijfelachtig is of deze artikelen wel van toepassing zijn op de overdracht van naburige rechten op prestaties die worden geleverd in het kader van een arbeidsovereenkomst of een statuut.
Prejudiciële vragen:
1) Moeten de artikelen 18 tot en met 23 van richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van richtlijnen 96/9/EG en 2011/29/EG aldus worden uitgelegd dat zij zich ertegen verzetten dat de naburige rechten van statutaire personeelsleden op prestaties die worden geleverd in het kader van de arbeidsverhouding, bij een bestuursrechtelijke regeling worden overgedragen?
2) Zo ja, moeten de begrippen „handelingen die verricht zijn” en „rechten die verkregen zijn” in artikel 26, lid 2, van richtlijn 2019/790 aldus worden uitgelegd dat zij onder meer zien op de overdracht van naburige rechten door middel van een bestuursrechtelijke handeling die is vastgesteld vóór 7 juni 2021?
Antwoord HvJEU:
Artikel 2, onder b), en artikel 3, lid 2, onder a), van [InfoSoc-richtlijn] alsmede artikel 3, lid 1, onder b), artikel 7, lid 1, artikel 8, lid 1, en artikel 9, lid 1, onder a), van [Verhuurrichtlijn 2006/115/EG] moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale regeling waarbij de naburige rechten van onder een administratiefrechtelijk statuut aangeworven uitvoerende kunstenaars voor de prestaties die zij in het kader van hun opdracht in dienst van die werkgever verrichten, zonder hun voorafgaande toestemming bij regelgeving worden overgedragen om door die werkgever te worden geëxploiteerd.
IEPT-versie volgt later
ECLI:EU:C:2025:141 en zaak C-757/23