Geluidsopname ABRvS niet bij wrakingsverzoek betrokken vanwege privacy & portretrecht

03-04-2025 Print this page
IEPT20250328, RvS, wrakingsverzoek

[verzoeker] heeft op 28 februari 2025 een verzoek ingediend om wraking van drie staatsraden. Hij stelt dat zij vooringenomen zijn, omdat hij zijn beroepsgronden onvoldoende heeft kunnen toelichten en werd belemmerd in zijn reactie op onjuiste beweringen. Dit is zijn derde wrakingsverzoek in deze zaak; eerdere verzoeken zijn afgewezen. Hij heeft zonder toestemming een geluidsopname gemaakt van de zitting, maar deze wordt niet meegenomen in de beoordeling, omdat de huisregels van de Raad van State dit verbieden ter bescherming van de privacy en het portretrecht van bezoekers, partijen en medewerkers.


PORTRETRECHT

 

Bij brief van 28 februari 2025 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraden mr. W. den Ouden (hierna: de voorzitter), mr. M. den Heyer en mr. J. TH. Drop, als leden van de meervoudige kamer belast met de behandeling van de zaak nr. 202400040/1/A3. [verzoeker] betoogt dat de staatsraden vooringenomen zijn omdat hij zijn beroepsgronden onvoldoende naar voren heeft kunnen brengen, hij werd belemmerd in het reageren op onjuiste beweringen van het college van B&W Haarlem. De voorzitter heeft voor de behandeling van een zeer complex dossier slechts een uur uitgetrokken, waardoor meerdere punten onbehandeld zijn gebleven. De vragen waren suggestief en er zijn geen kritische vragen aan het college gesteld. Het komt de procesorde volgens [verzoeker] niet ten goede als punten niet ordentelijk en puntsgewijs behandeld kunnen worden.


[verzoeker] heeft in zaak nr. 202400040/1/A3 twee keer eerder om wraking verzocht. De eerste keer heeft hij verzocht om wraking van alle leden. Dat verzoek is bij uitspraak van 20 december 2024, zaak nr. 202400040/3/A3, afgewezen. De tweede keer heeft hij tijdens de mondelinge behandeling van zaak nr. 202400040/1/A3 op 27 februari 2025 verzocht om wraking van de voorzitter. Dat verzoek is door de wrakingskamer bij mondelinge uitspraak van dezelfde dag, zaak nr. 202400040/4/A3, afgewezen. [verzoeker] schrijft nu dat hij het tweede verzoek om wraking van de voorzitter onvoldoende kon motiveren en onderbouwen en dat hij daarom daarop terugkomt in zijn derde wrakingsverzoek, dat in deze procedure voorligt.


[verzoeker] heeft te kennen gegeven dat hij een geluidsopname heeft gemaakt van de zitting van 27 februari 2025 en dat hij die beschikbaar kan stellen. In de huisregels van de Raad van State staat dat het, ter bescherming van de privacy en het portretrecht van bezoekers, partijen en medewerkers niet is toegestaan in het gebouw van de Raad van State te filmen, fotograferen of geluidsopnamen te maken. Dat mag alleen na toestemming van de voorzitter van de zittingskamer. [verzoeker] heeft geen toestemming gevraagd. Daarom wordt de zonder toestemming gemaakte geluidsopname niet betrokken bij de behandeling van en de beslissing op het verzoek om wraking.

 

ECLI:NL:RVS:2025:1325