Gemeentelijk verbod op het maken van fossiele reclame in Den Haag blijft in stand
29-04-2025 Print this page
Uit het persbericht: Het verbod op het maken van fossiele reclame in de gemeente Den Haag blijft in stand. Dat volgt uit een uitspraak in een kort geding van de rechtbank Den Haag. Volgens de reisbranche is het verbod in strijd met de Grondwet en Europese wet- en regelgeving, maar de rechter komt tot een ander oordeel. De vorderingen van de reisbranche worden afgewezen. Het Reclameverbod is niet onmiskenbaar onverbindend.
In september 2024 besloot de gemeenteraad van Den Haag tot het instellen van een verbod op reclame in de openbare ruimte voor fossiele brandstoffen, vliegvakanties, vliegtickets, grijze stroomcontracten, gascontracten, cruisereizen en auto's met een fossiele of hybride brandstofmotor. Met dit verbod wil de gemeente de gezondheid van haar inwoners beschermen, de negatieve gevolgen van klimaatverandering beperken en het milieu verbeteren. Het verbod is op 1 januari 2025 van kracht geworden en de gemeente gaat vanaf 1 mei 2025 handhaven.
De brancheorganisatie ANVR en reisorganisaties TUI, D-Reizen en Prijsvrij.nl stellen dat het reclameverbod in strijd is met de vrijheid van meningsuiting en met Europese wet- en regelgeving. Zij eisen dat het verbod wordt geschorst.
De rechter stelt voorop dat gemeenten over een ruime beleidsvrijheid beschikken bij het nemen van besluiten die zij van belang achten voor hun inwoners. Dergelijke besluiten worden democratisch genomen na debat in de gemeenteraad. Daarom dient de burgerlijke rechter zeer terughoudend te zijn. Alleen als onmiskenbaar sprake is van een onjuiste of onrechtmatige beslissing, is ingrijpen gerechtvaardigd. In dit kort geding oordeelt de rechter dat het instellen van het reclameverbod niet evident onrechtmatig of onjuist is.
Volgens de rechter had de gemeente het recht om het reclameverbod in te voeren. De gemeente heeft voldoende aangetoond dat het verbod kan bijdragen aan het beschermen van de gezondheid van inwoners en bezoekers van Den Haag, en aan het beperken van de negatieve gevolgen van klimaatverandering. Ter bescherming van dat publieke belang mag de gemeente binnen haar eigen grenzen regels stellen, zoals dit reclameverbod.
Daarnaast oordeelt de rechter dat het verbod niet in strijd is met de vrijheid van meningsuiting zoals vastgelegd in de Grondwet. Handelsreclame valt namelijk niet onder die vrijheid. De rechter stelt vast dat de reclame van de reisorganisaties als handelsreclame moet worden beschouwd. De fossiele reclame die ANVR en de reisorganisaties willen maken voor onder meer vliegvakanties en cruisereizen is duidelijk gericht op het commercieel verkopen van reizen met het oog op winst.
Tot slot oordeelt de rechter dat het verbod niet in strijd is met Europese wet- en regelgeving. Er is volgens de rechter geen sprake van een verboden onderscheid tussen binnenlandse en buitenlandse bedrijven die geraakt worden door het verbod. Het reclameverbod geldt immers voor iedereen. Ook merkt de rechter op dat het reisorganisaties onverminderd vrij staat om in de openbare ruimte van Den Haag reclame te maken voor andere soorten reizen, of om hun naamsbekendheid te vergroten via uitingen met hun naam of logo. Bovendien kunnen zij fossiele reclame blijven maken via andere kanalen, zoals televisie, radio en internet.
De vorderingen van de brancheorganisatie en de reisorganisaties worden afgewezen.
IEPT-versie volgt later