Rectificatie beperkt tot de als onrechtmatig beoordeelde passages

27-05-2025 Print this page
IEPT20250507, Rb Amsterdam, eiser v SBM Offshore

In het tussenvonnis van 25 september 2024 heeft de rechtbank geoordeeld dat SBM onrechtmatig jegens [klokkenluider-eiser] heeft gehandeld met uitlatingen in het NRC-interview, het Valor-artikel en de Antwoorden VEB. Andere uitlatingen en het doen van aangifte zijn niet onrechtmatig bevonden. SBM’s verzoek om tussentijds hoger beroep is afgewezen. De rechtbank komt terug van haar eerdere beslissing om de schade in deze procedure vast te stellen; deze zal nu via een schadestaatprocedure worden begroot. Een rectificatie wordt deels toegewezen, beperkt tot de als onrechtmatig beoordeelde passages. Het gebruik van termen als ‘chanteur’ en ‘afperser’ is in context onrechtmatig. Andere vorderingen zijn afgewezen.

 

PUBLICATIES

 

In het tussenvonnis 20240925 heeft de rechtbank geoordeeld dat SBM onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld door het doen van uitlatingen in het NRC-interview, het Valor-artikel en de Antwoorden VEB. Het doen van een aantal andere uitlatingen en het doen van aangifte tegen [eiser] is niet onrechtmatig bevonden. De rechtbank heeft SBM's verzoek om tussentijds hoger beroep afgewezen (r.o. 5.95).

 

Aanvankelijk had de rechtbank besloten de schade in deze procedure te begroten (r.o. 5.93), maar in het vervolg op het tussenvonnis is zij hiervan teruggekomen. De schade zal nu worden behandeld in een afzonderlijke schadestaatprocedure. De rechtbank heeft [eiser] wel in de gelegenheid gesteld om zijn materiële en immateriële schade bij akte nader te onderbouwen. In de daaropvolgende aktes heeft [eiser] zijn eis voorwaardelijk verminderd, en beide partijen hebben verzocht om op bepaalde onderdelen terug te komen van bindende eindbeslissingen.

 

Dat de tekst van de door [eiser] gevorderde rectificatie niet strookt met het tussenvonnis is juist. De rectificatie ziet immers ook op onderdelen die door de rechtbank niet als onrechtmatig zijn beoordeeld. De tekst van de rectificatie zal dan ook worden beperkt tot hetgeen door de rechtbank wel als onrechtmatig is aangemerkt.


SBM voert verder aan dat een rectificatie niet kan worden toegewezen omdat gebruik door SBM van woorden als ‘afperser’ en ‘chanteur’ als zodanig in relatie tot [eiser] niet onrechtmatig is. De rechtbank gaat hieraan voorbij. Waar het om gaat is dat het gebruik van deze woorden in de context van de betreffende publicaties onrechtmatig is. Dat het tussenvonnis veel media aandacht heeft gekregen, maakt eveneens niet dat [eiser] geen belang meer heeft bij rectificatie.


De rechtbank komt terug van de bindende eindbeslissing in het tussenvonnis om in deze procedure de schade van [eiser] vast te stellen. Voor het overige blijven de beslissingen in het tussenvonnis in stand. Dat betekent dat de gevorderde verklaringen voor recht onder I en II en de vorderingen onder IV (rectificatie op de website), V (rectificatie in het NRC) en VII (verwijzing naar de schadestaat) zullen worden toegewezen als hierna vermeld.


De vorderingen onder III (het doen van aangifte) en VI (verbod om bepaalde uitlatingen te doen) worden afgewezen. De vorderingen tegen [naam 1] en [naam 2] zijn al in het tussenvonnis afgewezen.


ECLI:NL:RBAMS:2025:2871