Onduidelijk waarom dat aantal (7) advocaten nodig was voor deze zaak

16-05-2025 Print this page
IEPT20250512, Rb Den Haag, Stokke v Babypark-Cybex

Kort geding ingetrokken vóór de mondelinge behandeling, maar ná indiening van de conclusie van antwoord met bevoegdheidsverweer. De zaak is vervolgens bij de voorzieningenrechter van een andere rechtbank aanhangig gemaakt. Verzoek van gedaagden om eiseressen in de proceskosten te veroordelen is toegewezen. Geen aanleiding om af te wijken van de Indicatietarieven in IE-zaken. Het inschakelen van afzonderlijke advocatenteams voor twee gedaagden uit hetzelfde concern wordt als onredelijk en niet evenredig beoordeeld. De grondslagen, vorderingen en verweren van beide gedaagden zijn gelijk.
 

PROCESKOSTEN
 

Stokke is de producent van de Tripp Trapp-stoel. Cybex heeft een kinderstoel ontwikkeld met de naam Iris Chair die zij onder meer via Babypark verhandeld.

 

De zitting was gepland op 29 april 2025; de dagvaarding vond plaats op 1 april 2025. Stokke vorderde een verbod wegens auteursrechtinbreuk in Nederland (door Babypark) en de EU (door Cybex).

 

Cybex wierp in haar verweer op dat de voorzieningenrechter in Den Haag slechts bevoegd is voor Nederland, en stelde dat een andere rechter, afhankelijk van de vestiging van Babypark of Baby-Dump, mogelijk wel bevoegd zou zijn.


Stokke trok het kort geding in en dagvaardde Cybex c.s. opnieuw bij de rechtbank Gelderland. Cybex maakte bezwaar tegen de intrekking en vordert alsnog een beslissing over hun reconventionele vordering, dan wel vergoeding van hun volledige proceskosten.

 

De voorzieningenrechter oordeelde dat de intrekking geen misbruik van (proces)recht was..


De grondslag voor de vorderingen was een auteursrechtinbreuk dus 1019h Rv van toepassing.


Babypark heeft opgegeven dat hun volledige advocaatkosten € 19.524,- bedragen. Deze komen voor toewijzing in aanmerking tot het beloop van € 15.000,-. De advocaatkosten zullen worden vermeerderd met de nakosten van € 178,-  en ex artikel 3 lid 1 Wgbz griffierecht (ad € 714,-) verschuldigd. Totaal toegewezen: 15.892,-.

 


Cybex en Cybex Retail hebben samen meer dan € 113.000 aan advocaatkosten opgegeven. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat dit bedrag te hoog is voor dit kort geding. Hoewel het om een complex kort geding gaat, geldt volgens de Indicatietarieven in IE-zaken een maximumtarief van € 25.000.

 

De rechter wijst erop dat Cybex en Cybex Retail uit dezelfde groep komen, hetzelfde adres hebben en gezamenlijk hetzelfde verweer hebben gevoerd. Er was geen noodzaak voor inzet van twee aparte advocatenteams (in totaal zeven advocaten), zeker omdat de termijn voor verweer – drie weken – normaal is voor een kort geding.

 

De inzet van twee kantoren wordt als inefficiënt beschouwd en er zijn geen bijzondere omstandigheden die een hogere kostenvergoeding rechtvaardigen. Daarom worden de proceskosten voor Cybex c.s. vastgesteld op het standaardtarief van € 25.000.

 

IEPT-versie volgt later
ECLI:NL:RBDHA:2025:8216