Journalistieke opinie moeten niet op een goudschaaltje worden gewogen

23-05-2025 Print this page
IEPT20250520, GHvJNA, Cyberluck

Curacao; Vrijheid van meningsuiting van activistische journaliste die over exploitanten van kansspelen schrijft. Er moet enige ruimte zijn om te overdrijven en te provoceren en haar woorden moeten daarom niet op een goudschaaltje worden gewogen. In haar kwalificaties klinkt voldoende duidelijk door dat het deels om een opinie gaat. Bovendien verdienen ook uitingen die beledigend/kwetsend, shockerend of verontrustend zijn bescherming. Artikel 843a Rv: geen inzage en afschrift bescheiden.  
 

PUBLICATIE

 

Cyberluck verstrekt als zogenoemd "master-licentiehouder" sub-licenties aan exploitanten van kansspelen.


Het gaat in deze zaak om het zoeken van de juiste balans tussen de in artikel 10 EVRM beschermde vrijheid van expressie, in het bijzonder van een journalist, en het in artikel 8 EVRM beschermde recht op privéleven. Beide rechten verdienen in beginsel gelijke bescherming. Beroep door [appellant 1] en [betrokkene] op het portretrecht (artikelen 19-21 Auteursverordening 1913) leidt inhoudelijk niet tot een andere afweging.

 

Cyberluck verstrekt als zogenoemd "master-licentiehouder" sub-licenties aan exploitanten van kansspelen. [geïntimeerde] is een in eigen woorden ‘Koninkrijk-belangen blogster en publiciste’. Zij geldt als journalist. De in hoger beroep te beantwoorden vraag is onder meer of de kwalificatie door [geïntimeerde] in De Knipselkrant (lees ook: IEPT20211201)van het ‘sublicentiëren’ als ‘illegaal’ valt onder het bereik van de, in de Staatsregeling en mensenrechtenverdragen beschermde, vrijheid van meningsuiting van een journalist.

 

Dat [geïntimeerde] een activistisch standpunt inneemt en dat zij beweerdelijke Curaçaose misstanden aan de kaak wil stellen zal voor alle lezers duidelijk zijn. Zij moet in dit kader enige ruimte krijgen om te overdrijven en te provoceren en haar woorden moeten daarom niet op een goudschaaltje worden gewogen. In haar kwalificaties klinkt voldoende duidelijk door dat het deels om een opinie gaat. Bovendien verdienen ook uitingen die beledigend/kwetsend, shockerend of verontrustend zijn bescherming.


Dat een handjevol vergunninghouders vele ‘sublicences’ uitgeven, met wereldwijd zeer vele spelwebsites en een enorme omzet, zonder dat de vergunningshouders zelf behoorlijk toezicht kunnen houden, zonder dat enig overheidstoezicht mogelijk is en zonder dat het Land Curaçao er iets aan verdient, lijkt voorshands moeilijk te rijmen met enig legitiem doel van deze landsverordening.


De inhoud en vorm van [geïntimeerde]s uitingen zijn niet disproportioneel.


843a Rv
[Appellante] vorderde in hoger beroep op grond van artikel 843a Rv inzage in documenten om zich te verdedigen tegen aanvallen vanuit de gokwereld. Het Hof  wees dit af wegens gebrek aan spoedeisend belang, aangezien eerdere uitspraken ECLI:NL:OGHACMB:2022:104 en ECLI:NL:OGHACMB:2022:105 haar vrijheid van meningsuiting al hadden beschermd. Daarnaast had zij onvoldoende aangetoond dat zij een rechtmatig belang had bij de gevraagde stukken. Het hoger beroep werd daarom afgewezen.


ECLI:NL:OGHACMB:2025:109