Uitonderhandelde overeenkomsten zijn geen standaardlicenties die onder transparantiebeginsel vallen
13-06-2025 Print this page
Bij besluit gaf het CvTA Sena de bindende aanwijzing om bepaalde licentieovereenkomsten openbaar te maken. Volgens VCR schond Sena haar transparantieverplichting door deze niet te publiceren. De rechtbank oordeelde dat de overeenkomsten tussen Sena en NPO, RPO en NLPO geen standaardlicentieovereenkomsten zijn: ze zijn individueel uitonderhandeld, wijken af van het standaardmodel en bevatten afwijkende lump sums. Daarom geldt de openbaarmakingsplicht niet. De Afdeling bevestigde dit oordeel en stelde dat de Richtlijn alleen publicatie van standaardlicenties en gebruikelijke tarieven verplicht stelt, niet van maatwerkafspraken.
Bij besluit van 20 december 2018 heeft het het CvTA aan Sena een bindende aanwijzing gegeven als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Wet toezicht en geschillenbeslechting cbo. Zij moet binnen vier werkdagen aan die aanwijzing voldoen. Muzikanten en producenten krijgen van Sena dankzij muzieklicenties een vergoeding als hun muziek in het openbaar gedraaid wordt. Bedrijven en organisaties sluiten die licenties bij Sena af. Sena valt onder het toezicht van het CvTA. VCR verzocht het CvTA om handhavend op te treden tegen Sena vanwege mogelijkede schending van transparantieverplichting als bedoeld in artikel 2p van de Wet Toezicht: Sena publiceert niet alle standaardlicentieovereenkomsten en tarieven inclusief kortingen op haar website.
De rechtbank oordeelt dat de licentieovereenkomsten tussen Sena en NPO, RPO en NLPO niet als "standaardlicentieovereenkomsten" kunnen worden beschouwd volgens artikel 2p van de Wet toezicht, ter uitvoering van artikel 21 van de Europese Richtlijn. De rechtbank heeft de begrippen "standaard(licentie)overeenkomst" en "normaal toepasselijke tarieven" grammaticaal, systematisch en teleologisch uitgelegd.
Een standaardlicentieovereenkomst is volgens de rechtbank een vooraf vastgesteld model, zonder onderhandeling, met gebruikelijke tarieven. Individueel uitonderhandelde overeenkomsten met afwijkende tarieven vallen hier niet onder. De rechtbank stelt vast dat de overeenkomsten tussen Sena en de omroepen wél uitonderhandeld zijn, afwijken van het standaardmodel en een lump sum bevatten die niet gebruikelijk is. Daarom vallen deze overeenkomsten niet onder de openbaarmakingsverplichting van de Wet toezicht. De aanwijzing van het CvTA om deze overeenkomsten te publiceren is daarmee in strijd met de wet. De rechtbank verklaarde de beroepen van Sena en NPO gegrond en herroepte de aanwijzing.
De Afdeling bevestigt het oordeel van de rechtbank dat de licentieovereenkomsten tussen Sena en NPO, RPO en NLPO geen standaardlicentieovereenkomsten. Deze begrippen moeten autonoom worden uitgelegd op basis van hun gewone betekenis, context en doelstellingen van de Richtlijn.
Een standaardlicentieovereenkomst is een model dat zonder onderhandeling wordt toegepast; normaal toepasselijke tarieven zijn algemeen geldende, vooraf vastgestelde tarieven. De betreffende overeenkomsten zijn individueel uitonderhandeld, verschillen van elkaar en bevatten unieke, op partijen toegespitste bepalingen en afwijkende lump sums. Daarom geldt de openbaarmakingsplicht hier niet. De Afdeling verwerpt het betoog van VCR c.s. dat deze overeenkomsten openbaar hadden moeten worden gemaakt, omdat de Richtlijn die verplichting beperkt tot standaardlicenties en niet tot alle aangegane overeenkomsten.
IEPT-versie volgt later
ECLI:NL:RVS:2025:2618