
CureVac verzocht de rechtbank Den Haag om een voorlopig getuigenverhoor van vijf (voormalige) AUMC-medewerkers over gebeurtenissen rond octrooiaanvragen in 2018-2019. De rechtbank wees dit toe, omdat CureVac voldoende belang heeft bij het verkrijgen van duidelijkheid voor de lopende bodemprocedure. Een te ruim geformuleerd deel van het verzoek werd afgewezen.
CureVac NL houdt zich bezig met het ontwikkelen van anti-kanker mRNA vaccinaties. Zij wenst in ieder geval de volgende vijf getuigen te horen, allen werkzaam (geweest) bij de Stichting AUMC. Daarnaast verzocht CureVac om alle andere personen die in 2019 betrokken waren bij besprekingen over de werkzaamheden van [naam 7] voor [naam 6] of Frame, de Octrooiaanvragen en/of de Services Agreement, als getuigen te horen.
Aan het verzoek legt CureVac ten grondslag dat het geschil tussen partijen ziet op feiten en omstandigheden uit 2018 en 2019, toen CureVac zelf nog niet betrokken was. CureVac heeft immers pas in 2021 de aandelen in Frame verkregen en was niet betrokken bij de werkzaamheden die hebben geleid tot de Prioriteits- en Octrooiaanvragen, noch bij het opstellen en indienen daarvan. CureVac stelt dat [naam 6] terecht is aangemerkt als enig uitvinder van de Octrooiaanvragen, en dat [naam 7] slechts uitvoerende werkzaamheden verrichtte onder diens instructie. Indien de Stichting AUMC ooit aanspraak had op mede-eigendom van de Octrooiaanvragen, stelt CureVac dat zij daarvan afstand heeft gedaan of haar rechten heeft verwerkt.
CureVac wenst via een voorlopig getuigenverhoor opheldering te verkrijgen over de feitelijke gang van zaken in 2018 en 2019, ter voorbereiding op de bodemprocedure die de Stichting AUMC inmiddels tegen CureVac NL en [naam 6] is gestart. Ook is dit voor CureVac van belang voor de beslissing of zij [naam 6] in vrijwaring zal oproepen.
De rechtbank wijst het verzoek toe. Het verzoekschrift voldoet aan de vereisten van artikel 187 (oud) Rv. De feiten waarover CureVac bewijs wil verzamelen kunnen leiden tot een beslissing in de bodemprocedure. De rechtbank oordeelt dat CureVac een zelfstandig en rechtens te respecteren belang heeft bij het verzamelen van relevante informatie. Dat CureVac inmiddels over verklaringen van de getuigen beschikt, maakt dit niet anders; het voorlopig getuigenverhoor stelt CureVac in staat deze getuigen onder ede te bevragen en mogelijke inconsistenties of onduidelijkheden te verhelderen.
Het verzoek tot het horen van “alle andere personen” wordt als te onbepaald afgewezen. Ook het verweer van de Stichting AUMC dat CureVac onvoldoende belang zou hebben of dat toewijzing strijdig is met de goede procesorde, wordt verworpen.
De Stichting AUMC wordt bevolen om binnen vijf werkdagen de NAW-gegevens van de vijf getuigen aan de advocaten van CureVac te verstrekken, zodat zij hen kunnen oproepen.
Het verhoor van [naam 7] zal als eerste plaatsvinden en drie uur duren. De ervaring leert dat voor het horen van getuigen in een geschil als het onderhavige minimaal anderhalf uur dient te worden uitgetrokken. Er kunnen maximaal drie getuigen per zitting worden gehoord. Via de Zittingsprikker zal de planning van de zittingen plaatsvinden.
Partijen dienen zich erop voor te bereiden dat de rechter-commissaris na afloop van de verhoren een comparitie kan bevelen. Zij moeten daartoe ter zitting verschijnen, vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte is en bevoegd is tot vertegenwoordiging.